Artikel 41 Algemene wijzigingsregels
41.1 Algemene wijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
-
a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
-
b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
-
c. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
41.2 Wijziging ten behoeve van ontwikkeling van Natuur
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen Bos, Natuur en/of Water, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. aangetoond is dat een aaneengesloten natuurgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan;
-
b. aangetoond is dat de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
-
c. de regels van de bestemmingen Bos, Natuur en/of Water worden van overeenkomstige toepassing verklaard met dien verstande dat wanneer gewijzigd wordt in de bestemming Water dit uitsluitend ten behoeve van de beekdalontwikkeling mag geschieden. In geval de bestemming gewijzigd wordt in de bestemming Bos, mogen de gronden niet ten behoeve van bosbouw worden aangewend.
41.3 Wijzigen van de bestemming binnen de aanduiding 'landgoederen'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de onderliggende bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen' te wijzigen in Agrarisch met waarden - Kampen- of hoevenlandschap, Recreatie, Wonen -2 en Wonen-3 met bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de gronden zijn gelegen binnen de aanduiding 'landgoederen';
-
b. het betreft een uitruil van bestemmingen binnen de aanduiding 'landgoederen';
-
c. geen wezenlijke wijziging van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing inhouden;
-
d. geen opslag van goederen in de open lucht inhouden of met zich meebrengen, en;
-
e. in vergelijking met het voormalige gebruik geen onevenredige verkeersbelasting op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengen;
-
f. het bepaalde in artikel 4, 17, 26 en 27 is van overeenkomstige toepassing;
-
g. de uitbreidingsmogelijkheden van omliggende, bestaande agrarische bedrijven mogen door de wijziging niet onevenredig worden aangetast;
-
h. het aantal woningen binnen het bouwvlak niet mag worden vergroot
-
i. de oppervlakte van de bestemmingen mag niet vergroot worden;
-
j. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar.