direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen - 2
Plan: Buitengebied 2011
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-VO01

Artikel 26 Wonen - 2

26.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een geluidscherm;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ambachtswoning', vier ambachtswoningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied - waterberging', een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
  • m. bed & breakfast, met inachtneming van de van toepassing zijnde voorwaarden van het vigerende beleid, tot maximaal 200 m² vloeroppervlakte binnen de bestaande bebouwing;
  • n. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

met de daarbijbehorende:

  • o. tuinen, erven en terreinen;
  • p. parkeervoorzieningen;
  • q. nutsvoorzieningen;
  • r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • s. groenvoorzieningen.

26.2 Bouwregels
26.2.1 Woning
  • a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. per bouwvlak is één woning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het maximum aantal woningen geldt zoals aangegeven op de verbeelding;
  • c. binnen het bouwvlak zijn vrijstaande woningen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' twee-aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan;
  • d. de inhoud van de woning mag maximaal 600 m³ bedragen exclusief onderkeldering.
  • e. de goothoogte van de woning mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen, tenzij op de verbeelding een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven;
  • f. de dakhelling moet minimaal 20° en maximaal 45º bedragen;
  • g. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • h. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen.

26.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning mag maximaal 80 m2oppervlakte bedragen;
  • b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de woning bedraagt minimaal 5 meter en maximaal 20 meter;
  • d. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen;
  • e. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.

26.2.3 Paardenbakken
  • a. per woning is maximaal 1 paardenbak toegestaan;
  • b. de afstand tot de as van de weg moet minimaal 30 meter bedragen;
  • c. de afstand tot woningen van derden moet minimaal 30 meter bedragen;
  • d. de paardenbak moet binnen een zone van 30 meter achter het bouwvlak opgericht worden;
  • e. de oppervlakte mag maximaal 800 m² bedragen;
  • f. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen.

26.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b, c en d;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de woning maximaal 1 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van antennes mag maximaal 15 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van het geluidscherm ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' moet minimaal PM meter bedragen en mag maximaal PM meter bedragen;
  • e. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de perceelsgrens gebouwd mogen worden;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten op minimaal 1 meter achter de gevellijn worden opgericht met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

26.3.1 Het vergroten van de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken

Het vergroten van de maximaal toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het maximaal toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag na afbraak niet meer bedragen dan 200 m²;
  • b. het gesloopte oppervlak aan opgerichte bebouwing mag als bijbehorende bouwwerken worden terug gebouwd, tot een totaal aan bijbehorende bouwwerken - zowel aangebouwd als vrijstaand - van maximaal 200 m² oppervlakte;
  • c. het bepaalde in artikel 26.2.2 sub b tot en met e in acht wordt genomen.

26.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. horeca;
  • g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • i. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • j. lichtmasten bij paardenbakken.

26.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. het is verboden om de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst met cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zonder of in afwijking van een vergunning voor het slopen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen;
  • b. aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige;
  • c. indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarden worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorschriften kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning.

26.5.1 Uitzondering

Het in 26.5 opgenomen verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden, die op tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

26.6 Wijzigingsbevoegdheden
26.6.1 Wijzigen naar bestemming Wonen - 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen - 2 te wijzen in de bestemming Wonen - 3 ten behoeve van een vergroting van een woning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er is sprake van een sterke verbetering van de beeldkwaliteit in de directe omgeving;
  • b. er is zorg gedragen voor een goede landschappelijke inpassing.
  • c. de bestaande landschappelijke, natuurlijke, architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de woning niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of gebouwen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de inhoud van een woning mag na vergroting niet meer bedragen dan 850 m³, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van de woning maximaal 4,5 meter mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 9 meter mag bedragen;
    • 3. maximaal 25% van de gesloopte oppervlakte aan bebouwing mag als bijbehorend bouwwerk worden teruggebouwd, tot een maximum van 200 m² oppervlakte, of;
    • 4. per 50 m3 vergroting van de woning telkens minimaal 500 m² oppervlakte aan legaal opgerichte bebouwing wordt gesloopt, de woning mag maximaal 850 m³ bedragen;
    • 5. de overtollige bebouwing (alle aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m²) in één keer wordt gesloopt en deze sloop als voorwaarde aan de wijziging en omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt verbonden;
    • 6. geen wijziging is mogelijk indien op deze locatie sloop van bebouwing al heeft plaatsgevonden in het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling.
    • 7. de gesloopte oppervlakte slechts éénmaal ten behoeve van nieuwe bebouwing in aanmerking wordt genomen.