direct naar inhoud van Artikel 17 Recreatie
Plan: Buitengebied 2011
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-VO01

Artikel 17 Recreatie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man', een recreatieve voorziening met een strandpaviljoen, horeca en bijbehorende voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', een volkstuin;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
  • i. wonen in een bedrijfswoning;
  • j. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. horeca ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
  • l. detailhandel met een maximale oppervlakte van 200 m²;

met de daarbijbehorende:

  • m. tuinen en erven;
  • n. wegen, voet- en rijwielpaden;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. groenvoorzieningen;
  • q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen zoals bedoeld in 17.2.2 en 17.2.3 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met dien verstande dat indien er geen bouwvlak aanwezig is, deze gebouwen zijn toegestaan binnen het bestemmingsvlak, met uitzondering van het bepaalde in 17.2.1 sub b onder 2;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zoals bedoeld in 17.2.2 en 17.2.3 mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding, met in dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man' de maximale oppervlakte aan gebouwen ten behoeve van horeca en recreatieve voorzieningen binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man' buiten het bouwvlak bedrijfsgebouwen zijn toegestaan tot maximaal 100 m² met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

17.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
  • b. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.

17.2.3 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen exclusief onderkeldering;
  • c. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • d. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
  • e. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
  • f. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen;
  • g. de afstand van de bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m2 bedragen;
  • i. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
  • j. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en mag maximaal 20 meter bedragen;
  • k. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.

17.2.4 Volkstuin

ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' gelden de volgende bepalingen:

  • a. per tuinkavel is maximaal één kas en één berging toegestaan;
  • b. de oppervlakte van een kas mag maximaal 10 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een kas mag maximaal 2,25 meter bedragen;
  • d. de oppervlakte van een berging mag maximaal 3 m² bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een berging mag maximaal 2,25 meter bedragen.

17.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b en c;
  • b. ter plaatse van het bouwvlak binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man' mag de bouwhoogte van speelvoorzieningen en klimtorens maximaal 20 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
  • d. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de perceelsgrens gebouwd mogen worden.

17.2.6 'Specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan'
  • a. in afwijking van het bepaalde in 17.2.1, 17.2.2 en 17.2.4 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan' uitsluitend de bestaande bebouwing is toegestaan.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • d. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 17.1;
  • e. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  • f. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Algemeen

Dit artikel geldt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man'.

17.4.2 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – ijzeren man' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. houtopstanden vellen of rooien of te doen laten vellen of rooien.

17.4.3 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 17.4.2 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

17.4.4 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 17.4.2 zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor niet de landschappelijke waarden van de gronden onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.