5.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening;
-
b. een grondgebonden agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak;
-
c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het open landschappelijke karakter;
-
d. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden;
-
e. wonen in een bedrijfswoning binnen het bouwvlak;
-
f. op de gronden die gekoppeld zijn door middel van een relatieteken, is één agrarisch bedrijf toegestaan;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', een intensieve veehouderij;
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij', een kwekerij;
-
i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - vrijkomende agrarische bebouwing', een VAB-vestiging;
-
j. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
-
k. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
l. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
m. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
n. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
-
o. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
-
p. agrarisch natuurbeheer;
-
q. extensief recreatief medegebruik;
-
r. nevenactiviteiten zijn binnen de bestaande bebouwing cumulatief toegestaan tot 400 m2 vloeroppervlakte in de volgende vormen:
-
1. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
-
2. dagrecreatie als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
-
3. verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals groepsaccommodatie tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte, met uitzondering van bed & breakfast zoals bedoeld in sub 4;
-
4. bed & breakfast tot maximaal 200 m² vloeroppervlakte binnen de bestaande bebouwing;
-
5. zorgactiviteiten tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
-
6. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte;
-
7. ondersteunende horeca tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte;
-
8. dierenpensions tot maximaal 400 m2 vloeroppervlakte;
-
s. kleinschalige kampeeractiviteiten tot maximaal 15 staanplaatsen buiten de bestaande bebouwing;
-
t. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
-
u. een tuin binnen een zone van 50 meter van de bedrijfswoning of aangrenzend aan de bestemming 'Wonen - 2' of 'Wonen - 3';
met de daarbij behorende:
-
a. voorzieningen van algemeen nut;
-
b. infrastructurele voorzieningen;
-
c. parkeervoorzieningen;
-
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
e. groenvoorzieningen;
-
f. voet- en rijwielpaden.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
5.3.1 Kleinere afstand tot de weg
De afstand van een gebouw tot de as van de weg mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de verkeersveiligheid mag niet worden aangetast;
-
b. het dient akoestisch verantwoord te zijn;
-
c. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.
5.3.2 Schuilgelegenheden voor dieren
Het oprichten van schuilgelegenheden voor dieren buiten het bouwvlak is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de schuilgelegenheid moet worden gesitueerd op gronden binnen 100 meter vanaf de bestemming Wonen;
-
b. een schuilgelegenheid moet worden gesitueerd binnen op gronden binnen 100 meter vanaf een in het plangebied gelegen bebouwd perceel/erf;
-
c. de schuilstal heeft geen grotere oppervlakte dan 30 m², geen grotere bouwhoogte dan 3 meter, geen geringere dakhelling dan 25°;
-
d. indien er sprake is van verplaatsing van een legale schuilgelegenheid, moet vooraf zekerheid worden verschaft over de sloop van de oorspronkelijke schuilstal, alsmede afstand van het recht van de eigenaar van de ondergrond van de oorspronkelijke schuilstal om op de oude locatie de schuilgelegenheid te behouden;
-
e. de schuilstal mag uitsluitend gebruikt worden voor het laten schuilen c.q. huisvesten van zogenaamde boerderijdieren, zoals rundvee, (trek)paarden, pony's, geiten, schapen;
-
f. in of op gronden direct aansluitend aan de schuilstal vindt geen opslag van hooi, stro of andere materialen plaats;
-
g. per perceel, zijnde een perceel grasland met een minimale oppervlakte van 1 hectare, mag maximaal één schuilstal worden gebouwd;
-
h. een schuilgelegenheid moet qua vormgeving, materiaalgebruik en door het aanbrengen van gebiedseigen beplanting worden ingepast in het landschap; voor de landschappelijke inpassing, moet de aanvrager gelijktijdig met zijn aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen een inpassings-/beplantingsplan bij het bevoegd gezag indienen;
-
i. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1 Verbod
Het is op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden verboden de volgende werken en/of werkzaamheden buiten het bouwvlak te verrichten:
-
a. afgraven, ophogen;
-
b. aanleg dammen, aanleg stuwen en greppels, dempen sloten, dempen poelen;
-
c. aanleg van lage teeltondersteunende voorzieningen;
-
d. aanleg van hoge teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van folietunnels ten behoeve van de aspergeteelt;
-
e. aanbrengen houtgewas;
-
f. verharden oppervlakte groter dan 100 m²;
-
g. aanleg leidingen.
5.6.2 Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 5.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
-
a. betrekking hebben op de aanleg van ecologische verbindingszone, poelen en het herplanten;
-
b. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
5.6.3 Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden ontstaat of kan ontstaan.
5.7 Wijzigingsbevoegdheden
5.7.1 Vormverandering ten behoeve van een grondgebonden bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bouwvlak voor een grondgebonden bedrijf te veranderen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond;
-
b. het bouwvlak omvat voor ten minste 50% dezelfde gronden zoals aangegeven op de verbeelding;
-
c. er is zorg gedragen voor een goede landschappelijke inpassing;
-
d. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
-
e. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig aangetast;
-
f. de bestaande waarden van het open landschappelijke karakter worden niet aangetast;
-
g. de ontwikkeling is hydrologisch neutraal.
5.7.2 Vergroting bouwvlak ten behoeve van een grondgebonden bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bouwvlak voor een grondgebonden bedrijf te vergroten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. vooraf wordt advies ingewonnen bij de AAB voor het aantonen van de noodzaak en de volwaardigheid van het agrarisch bedrijf;
-
b. de oppervlakte van het bouwvlak mag worden vergroot tot een maximum van 1,5 ha;
-
c. er is zorg gedragen voor een goede landschappelijke inpassing, met dien verstande dat de landschappelijk inpassing binnen het bouwvlak dient te worden opgericht met een minimum van 10% van het totale bouwvlak;
-
d. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
-
e. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig aangetast;
-
f. de bestaande waarden van het open landschappelijke karakter worden niet aangetast;
-
g. de ontwikkeling is hydrologisch neutraal.
5.7.3 Omschakeling van een vrijkomend agrarisch bedrijf naar Wonen-3
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bouwvlak van een vrijkomend agrarisch bedrijf te wijzigen in de bestemming Wonen - 3, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. aangetoond is dat agrarisch hergebruik niet meer rendabel is;
-
b. het agrarisch bedrijf is beëindigd;
-
c. er een legale bedrijfswoning aanwezig is. Deze woning wordt bestemd als 'Wonen - 3' onder de volgende voorwaarden:
-
1. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
-
2. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig aangetast;
-
3. overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt;
-
d. ten aanzien van de sloop van het op het moment van de ter visie legging van het ontwerp-bestemmingsplan aanwezige overtollige bebouwing aan vrijstaande gebouwen, waaronder bijbehorende bouwwerken, gelden de volgende bepalingen:
-
1. de maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m² oppervlakte wordt verhoogd mits de (bedrijfs)bebouwing, die niet noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, wordt gesloopt. Maximaal 25% van de gesloopte oppervlakte aan bebouwing mag als bijbehorend bouwwerk worden teruggebouwd, tot een maximum van 200 m² oppervlakte, of;
-
2. per 50 m3 vergroting van de woning wordt telkens minimaal 500 m² oppervlakte aan bebouwing gesloopt, de woning mag maximaal 850 m³ bedragen;
-
3. de overtollige bebouwing (alle aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m² oppervlakte) moet in één keer worden gesloopt en deze sloop moet als voorwaarde aan de wijziging en omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden verbonden;
-
e. de bestaande waarden van het open landschappelijke karakter worden niet aangetast.
5.7.4 Omschakeling van een vrijkomend agrarisch bedrijf naar Bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bouwvlak van een vrijkomend agrarisch bedrijf te wijzigen in de bestemming Bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de noodzaak van omschakeling is aangetoond;
-
b. het hergebruik beperkt zich tot de voormalige agrarische bedrijfslocatie tot een maximum van 400 m²;
-
c. de milieubelasting is niet hoger dan of gelijkgesteld aan categorie 1 of 2 van lijst van bedrijfsactiviteiten;
-
d. er vindt geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaats;
-
e. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
-
f. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig aangetast;
-
g. de bestaande waarden van het open landschappelijke karakter worden niet aangetast;
-
h. er is zorg gedragen voor een goede landschappelijke inpassing;
-
i. overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt.