direct naar inhoud van Artikel 16 Natuur
Plan: Buitengebied 2011
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-VO01

Artikel 16 Natuur

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke waarde en/of ecologische waarde;
  • b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  • c. extensieve dagrecreatie;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein', een militair oefenterrein;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - oorlogsgedenkplaats', een oorlogsgedenkplaats;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', een vereniging;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied - waterberging', een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
  • q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • r. voet- en rijwielpaden.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Algemeen

Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde in 16.2.2.

16.2.2 Bouwwerken
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' mogen bouwwerken ten behoeve van militair gebruik worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de bouwhoogte mag maximaal 3 meter bedragen;
    • 2. de totale oppervlakte aan bebouwing mag maximaal 100 m² bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - oorlogsgedenkplaats' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de gedenkplaats, met een maximale bouwhoogte van 4 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' mogen bouwwerken ten behoeve van de vereniging worden gebouwd, hiervoor gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de inhoud van het bestaande gebouw wordt niet vergroot;
    • 2. de bouwhoogte wordt niet vergroot.

16.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. kamperen;
  • d. bewonen van gebouwen.