Plan: | De Ketting locatie noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0865.vghPBKettingNoord-VG01 |
In deze paragraaf worden de waarden toegelicht, zoals deze beschermd worden in de wetgeving, met name:
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart 2005 van de provincie Noord-Brabant weer. Onderhavig plangebied is hierop aangeduid.
afbeelding 18: uitsnede cultuurhistorische waardenkaart (bron: provincie Noord-Brabant)
Volgens de cultuurhistorische waardenkaart ligt het plangebied in een gebied waarvoor geen gegevens bekend zijn. Op basis hiervan kan geen uitspraak worden gedaan over de aanwezigheid van eventuele archeologische waarden.
Uit nadere analyse blijkt echter dat de kans dat er archeologische waarden aanwezig zijn minimaal is. Voor het plangebied zijn geen gerede aanwijzingen (bijvoorbeeld vonstmeldingen of de directe aanwezigheid van een archeologisch monument) voor daadwerkelijke archeologische waarden.
Voorts geldt op basis van het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied een directe bouwtitel. In en rondom het plangebied hebben diverse bouwactiviteiten plaatsgevonden:
Door deze bouwactiviteiten is de grond in de directe omgeving van het plangebied dus significant geroerd, waardoor de kans op eventuele vondsten zeer gering is geworden.
Conclusie
In het vigerend bestemmingsplan zijn bouwactiviteiten reeds toegestaan. Daarnaast is de grond in en in de nabijheid van het plangebied reeds significant geroerd. Geconcludeerd wordt dat de kans op aanwezigheid van archeologische waarden en op eventuele vondsten minimaal is. Archeologisch vervolgonderzoek is derhalve niet vereist.
Binnen het plangebied bevinden zich geen gebouwen, of andere bouwwerken van cultuurhistorische waarde.
Wel valt het plangebied op de cultuurhistorische waardenkaart binnen de aanduiding “historische groenstructuur”, en wel G861:
Bos, houtwal, landgoed, park, tuin, Bergen, Herlaarhof, Voorburg, Steenwijk, Vught.
Met name de bomen langs de zandweg maken hier deel van uit.
De omschrijving van dit groen luidt: “Een reeks landgoederen en buitenhuizen met een begroeiing, waaronder bijzondere monumentale bomen, van zomereik, beuk, rododendron, Amerikaanse eik, populier, bruine beuk, tulpenboom, amberboom, tamme kastanje, paardekastanje en in de ondergroei adelaarsvaren en salomonszegel. Het merendeel van de begroeiing dateert uit 1850-1896.
De aanduiding 'historische groenstructuur' houdt in dat er bij de planvorming rekening moet worden gehouden met de waarden van het historisch groen. Dit betekent dat de essentie van het historisch groen niet mag worden aangetast , zoals de monumentale bomen of de laanstructuren. Indien het historisch groen wel wordt aangetast dient er een aanzienlijk maatschappelijk belang te zijn en dient te worden aangetoond dat het plan niet elders of anders (zonder aantasting van het groen) kan worden gerealiseerd.
In geval van een aantasting van historisch groen kan worden gedacht aan een compensatie door herstel van en/of ontwikkeling voortbouwend of geïnspireerd op het historische groen. Goderie Ecologisch Advies heeft de cultuurhistorische en ecologische effecten van het gedeeltelijk verdwijnen van de bomen langs de zandweg onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport 'Compensatieplan zandweg met bomen (bedrijventerrein De Ketting) te Vught', zie bijlage 8.
De conclusies en aanbevelingen zijn hieronder overgenomen.
"Conclusies historische analyse:
Conclusies ecologische analyse
Landschappelijke - en recreatieve waarden
Conclusie inrichtingsplan
Algemene conclusie
De bomen langs de bestaande zandweg maken deel uit van de historische groenstructuur. Goderie Ecologisch Advies heeft onderzoek gedaan naar de bestaande waarden en mogelijke mitigerende en compenserende maatregelen. Deze maatregelen zijn opgenomen in het plan waardoor een dusdanige kwaliteitsverbetering plaatsvindt dat het bescheiden verlies aan groen (meer dan) gecompenseerd wordt.
In het plangebied komen geen monumenten voor.
De wettelijke bescherming van natuurgebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Sinds 1 oktober 2005 is hierin ook het beschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden volgens de gewijzigde wet beschouwd als Beschermd Natuurmonument annex Natura 2000-gebied.
Staro heeft een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd: rapport "Quickscan natuurwaarden, plangebied Kettingweg te Vught " (mei 2010, P10-0112 ). Het onderzoeksrapport is opgenomen als bijlage 7. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport zijn hieronder weergegeven.
"In beide plangebieden komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet.
Soorten van FFlijst 1
(Mogelijk) voorkomende grondgebonden zoogdieren en een aantal soorten amfibieën komen voor op FFlijst 1. Voor soorten van FFlijst 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen.
Soorten van FFlijst 2/3
Mogelijk voorkomende vogels staan vermeld op FFlijst 2 en 3 en zijn feitelijk ontheffingsplichtig. Indien de werkzaamheden echter worden uitgevoerd op de wijze zoals is beschreven in paragraaf 3.5, zullen ook geen nadelige effecten optreden ten aanzien van eventueel aanwezige broedende vogels op de locatie met de kruiden egetatie en de jonge houtopslag. De mogelijk voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFlijst 3 en zijn ontheffingsplichtig. Er treedt echter geen nadelig effect op ten aanzien van het functioneren van het gebied voor deze dieren.
Er kan geconcludeerd worden dat:
Algemene conclusie
Een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig.