De Ketting locatie noord

4.6 Toetsing plan aan provinciale Verordening

Aanvullend op paragraaf 2.2.2 wordt in deze paragraaf toegelicht in welke mate het plan voldoet aan artikel 2.1.8. van de Verordening ruimte. Daartoe is artikel 2.1.8 (en ook 2.1.7. derde lid) hierna in cursief schrift geciteerd. De planverantwoording is in vet schrift afgedrukt.

Artikel 2.1.8. Regels voor bestaande bedrijventerreinen en kantorenlocaties

De toelichting van de herziening van een bestemmingsplan, gelegen in een bestaand stedelijk gebied als bedoeld in artikel 2.1.2, eerste lid, waarbij een bestemming voor een bedrijventerrein of een kantorenlocatie is aangewezen, bevat een verantwoording over:

• a. de reële mogelijkheden voor herstructurering alsmede voor zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in artikel 2.1.7, derde lid;

Zie beantwoording artikel 2.1.7 derde lid hierna.

• b. de vraag in hoeverre het al dan niet in stand houden van de geldende bestemming, met inbegrip van de regels inzake het tegengaan van oneigenlijk ruimtegebruik als bedoeld in artikel 2.1.7, derde en vierde lid, zich verhoudt tot de afspraken die in het regionale planningsoverleg zijn gemaakt over de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen en kantorenlocaties of de uitbreiding van bestaande zodanige terreinen en locaties, als bedoeld in artikel 4.1.5, onder c.

Zoals in paragraaf 4.5 Ruimtebalans gekwanticificeerd is, leidt dit projectbesluit feitelijk tot een vermindering van ca 400 m2 bedrijventerrein. Dit kleine getal is niet van regionale betekenis. Regionaal planningsoverleg is daarom niet nodig.

Artikel 2.1.7. Regels voor aan te leggen of uit te breiden bedrijventerreinen en kantorenlocaties

• 1. nvt
• 2. nvt
• 3. De wijze waarop zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt bevorderd, betreft in het bijzonder:

• a. de wijze waarop de inrichting van het bedrijventerrein of de kantorenlocatie een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert;

Dit plan behelst een herinrichting van een bestaand bedrijventerrein, gericht op optimalisatie van het bedrijfsperceel Strang en een aanpassing van de ontsluitings- en groenstructuur. Daarnaast resteert een perceel voor een bedrijfsverzamelgebouw. In paragraaf 4.5 is de ruimtebalans van de bestaande en nieuwe situatie weergegeven.

• b. regels inzake de minimale omvang van de uit te geven bedrijfskavels;

Het bedrijfsperceel van Strang wordt vergroot van 4180 m2 thans naar 5300 m2.

Het bedrijfsperceel van het bedrijfsverzamelgebouw heeft een oppervlakte van 4300 m2.

• c. regels inzake het op de aard van het bedrijventerrein of de kantorenlocatie aangepast bebouwingspercentage en de aangepaste bouwhoogte;

De toegelaten hoogte van maximaal 13 meter voor Strang is bepaald door de moderne verhuis- en opslagtechnieken. Na uitbreiding bedraagt het bebouwingspercentage 75 %.
De toegelaten hoogte voor het bedrijfsverzamelgebouw bedraagt grotendeels 9 m en op de hoek 13 meter ten behoeve van een architectonisch accent, respectievelijk twee en drie lagen. Deze hoogten zijn gebaseerd op flexibele gebruiksmogelijkheden van de ruimten, met een bruto hoogte van ca 4 meter van vloer tot vloer. Het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt maximaal 30%. Dit percentage biedt ruimte voor voldoende parkeren in combinatie met een in hoge mate groene inrichting van het bedrijfsperceel. Dit laatste is stedenbouwkundig wenselijk vanwege de ligging in de (rand van de) historische groenstructuur, zoals opgenomen op de CHW-kaart.

• d. regels welke beogen oneigenlijk ruimtegebruik, gelet op de aard van het bedrijventerrein of de kantorenlocatie, tegen te gaan.

De toegelaten functies op de bedrijfspercelen zijn specifiek bestemd. In de gebruiksregels is opgenomen dat andere dan de toegelaten functies niet toegestaan zijn.