3.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Agrarisch - Paardenhouderij aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening in de vorm van een productiegerichte paardenhouderij binnen het bouwvlak;
-
b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
-
c. wonen in een bedrijfswoning binnen het bouwvlak;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij', als ondergeschikte functie een paardenfokkerij;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
-
i. agrarisch natuurbeheer;
-
j. extensief recreatief medegebruik;
-
k. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
met de daarbij behorende:
-
l. voorzieningen van algemeen nut;
-
m. infrastructurele voorzieningen;
-
n. parkeervoorzieningen;
-
o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
p. groenvoorzieningen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
3.3.1 Kleinere afstand tot de weg
De afstand van een gebouw tot de as van de weg mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de verkeersveiligheid wordt niet aangetast;
-
b. het is akoestisch verantwoord;
-
c. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.
3.3.2 Kleinere afstand tot de perceelsgrens
De afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de perceelsgrens mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad, en/of;
-
b. het betreft vervanging van een bestaand bijbehorend bouwwerk.
3.3.3 Rijhal
De bouw van een rijhal is toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. maximaal 1 rijhal met een oppervlakte van ten hoogste 1000 m² is toegestaan binnen het bouwvlak;
-
b. er geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaatsvindt;
-
c. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
-
d. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
e. de ontwikkeling is hydrologisch neutraal.
-
f. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.