direct naar inhoud van Artikel 13 Waarde - Archeologie
Plan: Bedrijventerrein Bocholtzerweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0965.201002BTBedrijft-VA01

Artikel 13 Waarde - Archeologie

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.1.1 De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden, c.q. gelden als archeologisch verwachtingsgebied.

13.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Bouwwerken ten behoeve van andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen kunnen op de onder 13.1 genoemde gronden zonder archeologisch onderzoek worden opgericht, indien het betreft bouwwerken ter plaatse van een perceel met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m².

13.2.2 In afwijking van het bepaalde in 13.2.1 mogen geen bouwwerken worden opgericht binnen een straal van 50 meter van een bekende “archeologische vindplaats”.

13.3 Ontheffing van de bouwregels.

13.3.1 Ontheffing bouwen binnen 50 meter van een “archeologische vindplaats”

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.2 met inachtneming van de regels geldend voor de andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen, onder de volgende voorwaarden:

  • a. op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • b. op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • c. op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de ontheffing voorwaarden te verbinden, gericht op:
  • 1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • 2. het doen van opgravingen;
  • 3. de begeleiding van bouwwerkzaamheden door een archeologische deskundige.

13.3.2 Procedure ontheffing

Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in artikel 22 gegeven procedure.

13.4 Aanlegvergunning

13.4.1 Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), op of in onderhavige gronden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. grondwerkzaamheden dieper dan 0,4 m, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden,alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
  • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatie- leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

13.4.2 De werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien mede op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

13.4.3 Het verbod als bedoeld in 13.4.1 is niet van toepassing indien:

  • a. op basis van onderzoek is aangetoond dat de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. de werken of werkzaamheden:
  • 1. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van dit plan;
  • 3. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen;
  • c. de werken en werkzaamheden ten dienste van het archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  • d. de werken en werkzaamheden betrekking hebben op een grondoppervlak tot ten hoogste 100 m², of een lengte tot ten hoogste 50m en een diepte tot 1,5 m.
13.5 Wijzigingsbevoegdheid

13.5.1 Wijziging vervallen dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:

  • a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.