direct naar inhoud van Artikel 14 Waarde - Beekdal
Plan: Bedrijventerrein Bocholtzerweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0965.201002BTBedrijft-VA01

Artikel 14 Waarde - Beekdal

14.1 Bestemmingsomschrijving

14.1.1 De voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en versterking van de natuurlijke waterhuishouding, betreffende zowel het oppervlaktewater als het grondwater, en de daarvan afhankelijke landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede de realisering van een veerkrachtig watersysteem geschikt voor waterconservering en opvang van hoge waterafvoeren.

14.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemeen

Op de tot 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of regenwaterbuffer.

14.2.2 Overige regels met betrekking tot bebouwing

  • a. Het oppervlak aan bouwwerken mag per ha ten hoogste 20 m² bedragen;
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken mag ten hoogste 3.20 m bedragen.
14.3 Aanlegvergunning

14.3.1 Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), op of in onderhavige gronden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • b. het scheuren van grasland, voor zover het betreft waardevolle graslandvegetaties;
  • c. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • d. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen;
  • e. het verrichten van werkzaamheden welke beschadigingen tot gevolg kunnen hebben aan vochtige bronbiotopen.

14.3.2 De werken of werkzaamheden als bedoeld in 14.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 14.1.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.

14.3.3 Het verbod als bedoeld in 14.3.1 is niet van toepassing indien:

  • a. de werken of werkzaamheden:
  • 1. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van dit plan;
  • 3. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen.