direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer - Langzaam verkeer
Plan: Buitengebied 2011
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-VO01

Artikel 21 Verkeer - Langzaam verkeer

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer – Langzaam verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voet- en rijwielpaden;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;te
  • g. r plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;

met daarbij behorende:

  • i. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • j. straatmeubilair;
  • k. voorzieningen van algemeen nut;
  • l. kunstwerken;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 15 m².

21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, bewegwijzering, bovenleidings- en signaleringsmasten mag maximaal 10 meter bedragen.

21.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. kamperen;
  • b. opslag van goederen en materialen.