direct naar inhoud van Artikel 13 Horeca
Plan: Buitengebied 2011
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-VO01

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant', een restaurant;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - café en zalencentrum', een café en zalencentrum;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant en zalencentrum', een restaurant en zalencentrum;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel en restaurant', een hotel en restaurant;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 43.2 dient in acht te worden genomen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied - waterberging', een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 43.1.1dient in acht te worden genomen;
  • m. wonen in een bedrijfswoning;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', tevens wonen in het bedrijfsgebouw;
  • o. theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

met de daarbijbehorende:

  • p. tuinen en erven;
  • q. wegen, voet- en rijwielpaden;
  • r. parkeervoorzieningen;
  • s. groenvoorzieningen;
  • t. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen zoals bedoeld in 13.2.2 en 13.2.3 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de gezamenlijk oppervlakte van de gebouwen zoals bedoeld in 13.2.2 en 13.2.3, mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding.

13.2.2 Bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
  • b. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.

13.2.3 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak
  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', uitsluitend wonen in het bedrijfsgebouw is toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen exclusief onderkeldering;
  • c. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • d. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
  • e. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
  • f. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen;
  • g. de afstand van de bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m2 bedragen;
  • i. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
  • j. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en maximaal 20 meter bedragen;
  • k. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.

13.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de perceelsgrens gebouwd mogen worden.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. kamperen;
  • d. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • e. wonen, behoudens in een woning als bedoeld in 13.1 sub l en m;
  • f. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  • g. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw' is geen grondgebonden bedrijfswoning toegestaan.