direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen - 2
Plan: Hoevensestraat 23-25 Vught
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPhoevensestr23-VO01

Artikel 4 Wonen - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

met ondergeschikt:

  • c. een theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  • d. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 10.1 dient in acht te worden genomen;
  • e. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 11.1 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Woning

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. per bouwvlak is één woning toegestaan;
  • c. binnen het bouwvlak zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' twee-aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan;
  • d. de inhoud van de woning mag maximaal 600 m³ bedragen exclusief onderkeldering.
  • e. de goothoogte van de woning mag maximaal 6 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen, tenzij op de verbeelding een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven;
  • f. een woning dient te worden uitgevoerd met een kap;
  • g. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
  • h. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen.

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning mag maximaal 80 m2oppervlakte bedragen;
  • b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de woning bedraagt minimaal 5 meter en maximaal 20 meter;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen;
  • e. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.

4.2.3 Paardenbakken

Voor het bouwen van paardenbakken gelden de volgende regels:

  • a. per woning is maximaal 1 paardenbak toegestaan;
  • b. de afstand tot de as van de weg moet minimaal 30 meter bedragen;
  • c. de afstand tot woningen van derden moet minimaal 30 meter bedragen;
  • d. de paardenbak moet binnen een zone van 30 meter achter het bouwvlak opgericht worden;
  • e. de oppervlakte mag maximaal 800 m² bedragen;
  • f. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b en d;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de woning maximaal 1 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van het geluidscherm ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' mag maximaal 5 meter bedragen;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten op minimaal 1 meter achter de gevellijn worden opgericht met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

4.3.1 Het vergroten van de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken

Het vergroten van de maximaal toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het maximaal toegestane oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag na afbraak niet meer bedragen dan 200 m²;
  • b. het gesloopte oppervlak aan opgerichte bebouwing mag als bijbehorende bouwwerken worden terug gebouwd, tot een totaal aan bijbehorende bouwwerken - zowel aangebouwd als vrijstaand - van maximaal 200 m² oppervlakte;
  • c. het bepaalde in artikel 4.2.2 sub b tot en met e in acht wordt genomen.

4.3.2 Kleinere afstand tot de perceelsgrens

De afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de perceelsgrens mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad, en/of;
  • b. het betreft vervanging van een bestaand bijbehorend bouwwerk.

4.3.3 Plat dak

Het toestaan van een plat dak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • b. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. horeca;
  • g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • i. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • j. lichtmasten bij paardenbakken.

4.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. het is verboden om de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zoals genoemd in de als bijlage opgenomen Lijst met cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken, zonder of in afwijking van een vergunning voor het slopen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen;
  • b. aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.

4.5.1 Uitzondering

Het in 4.5 opgenomen verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden, die op tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

4.6 Wijzigingsbevoegdheden
4.6.1 Vergroting bouwvolume

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bouwvolume van een woning te vergroten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er is sprake van een sterke verbetering van de beeldkwaliteit in de directe omgeving;
  • b. de bestaande landschappelijke, natuurlijke, architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de woning niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of gebouwen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de inhoud van een woning mag na vergroting niet meer bedragen dan 850 m³, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van de woning maximaal 4,5 meter mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 9 meter mag bedragen;
    • 3. per 50 m3 vergroting van de woning telkens minimaal 500 m² oppervlakte aan legaal opgerichte bebouwing wordt gesloopt, de woning mag maximaal 850 m³ bedragen;
    • 4. de overtollige bebouwing (alle aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m²) in één keer wordt gesloopt en deze sloop als voorwaarde aan de wijziging en omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt verbonden;
    • 5. geen wijziging is mogelijk indien op deze locatie sloop van bebouwing al heeft plaatsgevonden in het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling.
    • 6. de gesloopte oppervlakte slechts éénmaal ten behoeve van nieuwe bebouwing in aanmerking wordt genomen;
  • e. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen.