direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Hoevensestraat 23-25 Vught
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPhoevensestr23-VO01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. op de gronden die gekoppeld zijn door middel van een relatieteken, is één bedrijf toegestaan;
  • b. wonen in een bedrijfswoning;

ter plaatse van de functieaanduiding:

  • c. 'specifieke vorm van bedrijf - fotostudio', een fotostudio;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 11.1 dient in acht te worden genomen;

met ondergeschikt:

  • e. een theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  • f. cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 11.1 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  • g. voorzieningen van algemeen nut;
  • h. tuinen en erven;
  • i. wegen, voet- en rijwielpaden;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zoals bedoeld in 3.2.2, 3.2.3 en 3.2.4 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de gezamenlijk oppervlakte van de bedrijfsgebouwen zoals bedoeld in 3.2.2 mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding. Deze oppervlakte is exclusief de ondersteunende kassen zoals beschreven in artikel 3.2.1 sub c. Indien geen oppervlakte is opgenomen op de verbeelding, zijn er geen gebouwen toegestaan.
  • c. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.

3.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', uitsluitend wonen in het bedrijfsgebouw is toegestaan;
  • b. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen exclusief onderkeldering;
  • d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
  • f. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
  • g. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen;
  • h. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.

3.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m2 oppervlakte bedragen;
  • b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en maximaal 20 meter bedragen;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen

3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de perceelsgrens gebouwd mogen worden.

3.2.6 'Specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan' gelden de volgende regels:

  • a. in afwijking van het bepaalde in 3.2.1 tot en met 3.2.3 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan' uitsluitend de bestaande bebouwing is toegestaan.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel, behoudens detailhandel zoals bedoeld in 3.1 sub g en m;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak, behoudens buitenopslag binnen het bouwvlak zoals bedoeld in 3.1;
  • g. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 3.1 sub n en u;
  • h. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  • i. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw' is geen grondgebonden bedrijfswoning toegestaan.

3.4 Wijzigingsbevoegdheden
3.4.1 Vergroten bebouwd oppervlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een vergroting van het bebouwd oppervlak van bedrijfsgebouwen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bebouwd oppervlak van bestaande agrarisch technische- en agrarisch verwante bedrijven mag met 25% worden vergroot;
  • b. het bebouwd oppervlak van bestaande niet agrarisch technische- en verwante bedrijven mag met 15% worden vergroot;
  • c. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
  • d. de bestaande natuurlijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig aangetast;
  • e. de ontwikkeling gaat gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het gebied;
  • f. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking wordt niet vergroot en de parkeerbehoefte wordt binnen het bouwvlak gerealiseerd;
  • g. de ontwikkeling is hydrologisch neutraal;
  • h. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen.

3.4.2 Omschakeling van bestemming Bedrijf naar andere vorm van bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding binnen de bestemming Bedrijf te wijzigen ten behoeve van een ander type bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. omliggende agrarische bedrijven worden niet belemmerd;
  • b. de milieubelasting is niet hoger dan of gelijkgesteld aan categorie 1 of 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • c. bestaande natuur- en/of landschappelijke waarden mogen niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • d. overtollige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt;
  • e. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking wordt niet vergroot en de parkeerbehoefte wordt binnen het bouwvlak gerealiseerd;
  • f. vervangende nieuwbouw is toegestaan, uitbreiding is niet toegestaan;
  • g. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen.