5.4.1 Het is verboden op of in de als ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. grondwerkzaamheden dieper dan 0,4 meter beneden maaiveld, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatie- leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
5.4.2 De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien mede op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
5.4.3 Het verbod als bedoeld in 5.4.1 is niet van toepassing indien:
a. op basis van onderzoek is aangetoond dat de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
b. de werken of werkzaamheden:
- mogen worden uitgevoerd krachtens een daartoe reeds verleende vergunning;
- behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen;
c. de werken en werkzaamheden ten dienste van het archeologische onderzoek worden uitgevoerd.