Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Vlengendaal 87 te Bocholtz
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0965.BP201008BGVlenge87-VA01

Artikel 5 Waarde - Archeologie

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.1.1 De voor ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden c.q. gelden als archeologisch verwachtingsgebied.
 
5.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen (dubbel)bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.

5.2 Bouwregels

Ter plekke van de voor ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden dienen bouwwerken ten behoeve van andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen, waarvoor grondwerkzaamheden dieper dan 0,4 meter beneden maaiveld plaatsvinden, te worden uitgevoerd onder archeologische begeleiding. Deze archeologische begeleiding bestaat uit een controle van de bouwput en het documenteren van eventuele archeologische resten, en dient te geschieden op basis van een door het bevoegde gezag te vooraf accorderen Programma van Eisen. Het Programma van Eisen dient als voorwaarde bij de te verlenen vergunning.

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2, met inachtneming van de regels geldend voor de andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen, onder de volgende voorwaarden:
a. op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
b. op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
c. op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de afwijking voorwaarden te verbinden, gericht op:
  1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. het doen van opgravingen;
  3. de begeleiding van bouwwerkzaamheden door een archeologische deskundige.
 
5.3.2 Burgemeester en Wethouders volgen bij het afwijken bij een omgevingsvergunning de bij dit plan behorende procedureregels.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.4.1 Het is verboden op of in de als ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. grondwerkzaamheden dieper dan 0,4 meter beneden maaiveld, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatie- leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
 
5.4.2 De werken of werkzaamheden als bedoeld in 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien mede op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
 
5.4.3 Het verbod als bedoeld in 5.4.1 is niet van toepassing indien:
a. op basis van onderzoek is aangetoond dat de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
b. de werken of werkzaamheden:
  1. mogen worden uitgevoerd krachtens een daartoe reeds verleende vergunning;
  2. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen;
c. de werken en werkzaamheden ten dienste van het archeologische onderzoek worden uitgevoerd.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

5.5.1 Wijziging vervallen dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:
a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
b. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.