Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Vlengendaal 87 te Bocholtz
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0965.BP201008BGVlenge87-VA01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.1.1 De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden:
a. wonen, met inbegrip van de hobbymatige uitoefening van agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis en niet vallend onder het regime van de Wet milieubeheer;
 
met daaraan ondergeschikt:
 
b. tuinen, erven en verhardingen;
c. nutsvoorzieningen;
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
 
4.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de verbeelding aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat één woning per bouwvlak is toegestaan;
b. ter plaatse van de aanduiding ‘vrijstaand’ is vrijstaande bebouwing toegestaan.
c. de voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 meter;
  2. de afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 meter;
  3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
  4. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.
d. de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 3 meter daarachter;
e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’;
f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’;
g. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)’;
h. de inhoud mag ten hoogste 1.000 m³ bedragen;
i. hoofdgebouwen zullen plat of met een kap van tenminste 25° of, wanneer dit minder is, de bestaande dakhelling, en ten hoogste 60° worden afgedekt;
j. uitbreiding van het totaal aantal woningen binnen het plangebied na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan is niet toegestaan;
k. woningsplitsing is niet toegestaan.
 
4.2.2 Bijgebouwen
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
a. bijgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’;
b. bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
c. de gronden buiten het bouwvlak mogen voor maximaal 40% per bouwperceel worden bebouwd, met dien verstande dat de totale oppervlakte van bijgebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak, niet meer mag bedragen dan 70 m², tenzij anders is aangeduid op de verbeelding;
d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,3 meter;
e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
 
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. Bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend worden opgericht in het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’, met uitzondering van erfafscheidingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde met een maximaal oppervlak van 2,50 m²;
b. Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
  1. overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  2. de bebouwde oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 30 m2;
  3. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3,3 meter.
c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 meter;
d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter.
 
4.2.4 Voor zover bestaande maten afwijken van de bepalingen in 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3 mogen de bestaande maten gehandhaafd worden.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op minder dan 3 meter achter de voorgevellijn, mits:
  1. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen in of achter de voorgevellijn worden gebouwd;
  2. dit passend is uit oogpunt van verkeersveiligheid;
  3. dit passend is uit oogpunt van een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
b. het bepaalde in artikel 4.2.3 onder b voor het bouwen van overkappingen, mits de overkapping achter of in de voorgevellijn van het aangrenzende hoofdgebouw wordt gebouwd en de hoogte niet meer bedraagt dan 3,3 meter en de afwijking stedenbouwkundig en verkeerstechnisch verantwoord is;
c. Het bepaalde in artikel 4.2.3 onder c voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2 meter, mits gebouwd op minimaal 1 meter van het (verlengde) van de voorgevellijn en de afwijking stedenbouwkundig en verkeerstechnisch verantwoord is.
 
4.3.2 Burgemeester en Wethouders volgen bij het afwijken bij een omgevingsvergunning de bij dit plan behorende procedureregels.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

4.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven, mits:
a. de uitoefening van aan-huis-gebonden beroep of bedrijf plaatsvindt:
  1. in een eengezinswoning of tot deze woning behorend bijgebouw;
  2. op de begane grondverdieping van een meergezinswoning;
  3. op de begane grondverdieping behorende tot een bovenwoning;
b. het bedrijfsvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 45 m2 van de woning, met dien verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer mag bedragen dan 25% van de oppervlakte van de woning;
c. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen onevenredige afbreuk doet aan de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans ter plaatse;
d. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf de winkel- en retailstructuur in en rondom de kern niet ontwricht;
e. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop inherent en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf;
f. de aard en de activiteiten van het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving;
g. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit;
h. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen bedrijvigheid inhoudt welke vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving en mag het gebruik van de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantasten;
i. er geen verlichte en/of opvallende reclame-uitingen aan de gevel zichtbaar zijn;
j. er geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de straat en/of directe omgeving.
 
4.4.2 Ter plekke van de op de verbeelding aangeduide gebiedsaanduiding ‘Wro-zone – afwijkingsgebied’ kunnen burgemeester en wethouders bij omgevingsvergunningafwijken ten behoeve van:
a. het realiseren van kleinschalig logeren, in de vorm van bed & breakfast, mits:
  1. kleinschalig logeren dient gekoppeld te zijn aan een woonfunctie;
  2. kleinschalig logeren dient plaats te vinden in de bestaande bebouwing;
  3. het aantal logeereenheden mag niet meer bedragen dan 2 per locatie;
  4. de totale oppervlakte aan logeereenheden mag niet meer bedragen dan 50 m² per kamer tot een maximum van 50% van het hoofdgebouw;
  5. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie behouden;
  6. bedoeld gebruik mag geen hinder opleveren voor het woonmilieu en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  7. bedoeld gebruik mag geen hinder opleveren voor omliggende bedrijven;
  8. het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, dat die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer;
  9. de brandveiligheid dient gewaarborgd te zijn.
b. aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven, mits:
  1. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen onevenredige afbreuk doet aan de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans ter plaatse;
  2. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf de winkel- en retailstructuur in en rondom de kern niet ontwricht;
  3. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop inherent en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf;
  4. de aard en de activiteiten van het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving;
  5. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit;
  6. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen bedrijvigheid inhoudt welke vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving en mag het gebruik van de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantasten;
  7. er geen verlichte en/of opvallende reclame-uitingen aan de gevel zichtbaar zijn;
  8. er geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de straat en/of directe omgeving.
 
4.4.3 Burgemeester en Wethouders volgen bij het afwijken bij een omgevingsvergunning de bij dit plan behorende procedureregels.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

4.5.1 Ter plekke van de op de verbeelding aangeduide gebiedsaanduiding ‘Wro-zone – wijzigingsgebied’ zijn burgemeester en wethouders bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden in de vorm van vakantieappartementen, mits:
  1. ten hoogste 2 vakantieappartementen worden gerealiseerd;
  2. de verblijfsrecreatieve doeleinden plaats vinden binnen in de bestaande bebouwing;
  3. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  4. de totale oppervlakte aan vakantieappartementen niet meer dan 100 m² per vakantieappartement bedraagt, tot een maximum van 50% van het hoofdgebouw;
  5. geen onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat;
  6. geen verkeersoverlast ontstaat.