direct naar inhoud van Artikel 31 Archeologische waarden.
Plan: Buitengebied Onderbanken
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08810000BPLBUI01000-

Artikel 31 Archeologische waarden.

Lid A. Doel:

het doel van het differentiatievlak “archeologische waarden” is instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen (archeologische (waardevolle) terreinen).

Lid B. Beschrijving in hoofdlijnen:

ter verwezenlijking van het onder lid A. beschreven doel wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, het volgende beleid gevoerd:

  • 1. gestreefd wordt naar het voor de toekomst behouden van de archeologische waarden in de grond (in situ). Daar waar dit niet mogelijk is tengevolge van noodzakelijke bouwactiviteiten binnen het kader van de onderliggende bestemming, zullen binnen archeologisch waardevolle terreinen, zoals weergegeven op de Archeologische Monumentenkaart Limburg (AMKL), en terreinen met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde, zoals weergegeven op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), voorafgaand aan de bouwactiviteiten de archeologische waarden door middel van onderzoek veilig gesteld moeten worden.
  • 2. binnen het differentiatievlak “archeologische waarden” heeft, ten aanzien van de onderliggende bestemmingen, het te voeren beleid mede betrekking op het bodemgebruik in relatie tot de bescherming van archeologisch waardevolle terreinen, zoals daar zijn “terreinen van zeer hoge archeologische waarde”, “terreinen van hoge archeologische waarde” en “terreinen van archeologische betekenis”.

Lid C. Gebruik van de grond voor bebouwing:

op de tot “archeologische waarden” aangewezen gronden mag op bouwpercelen, die op de desbetreffende kaartuitsneden of na gebruik van de wijzigingsbevoegdheid een uitbreidingsmogelijkheid voor bebouwing hebben van meer dan 0,25 ha dan wel in gevallen waarbij de uitbreidingsmogelijkheid gelegen is binnen een afstand van 50 m tot archeologisch waardevolle terreinen of anderszins archeologische waarden in het geding zijn, uitsluitend gebouwd worden, nadat door middel van archeologisch vooronderzoek is gebleken dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden veilig zijn gesteld.

Lid D. Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist:

het is verboden, op of in het differentiatievlak “archeologische waarden”, ter plaatse van de op de plankaart aangeduide “terreinen van zeer hoge archeologische waarde” en “terreinen van hoge archeologische waarde”, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de in artikel 7 beschreven werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.