direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen - 2
Plan: Deutersestraat 28 - 30
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgWPDeutersestraat-ON01

Artikel 4 Wonen - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;

met de daarbij behorende voorzieningen:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Woning

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  • b. per bouwvlak is één woning toegestaan;
  • c. binnen het bouwvlak zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
  • d. de inhoud van de woning bedraagt maximaal 750 m³ exclusief onderkeldering.
  • e. de goothoogte van de woning bedraagt maximaal 6 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 9 meter;
  • f. een woning dient te worden uitgevoerd met een kap;
  • g. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
  • h. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter.

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning bedraagt maximaal 80 m2 oppervlakte;
  • b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de woning bedraagt minimaal 5 meter en maximaal 20 meter;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • e. bijbehorende bouwwerken, die buiten het bouwvlak en binnen het bestemmingsvlak worden opgericht, moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen binnen het bestemmingsvlak te worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub c;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de woning maximaal 1 meter bedraagt;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten op minimaal 1 meter achter de gevellijn worden opgericht met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:

4.3.1 Kleinere afstand tot de perceelsgrens

De afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de perceelsgrens mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.

4.3.2 Plat dak

Het toestaan van een plat dak voor de woning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 6 meter;
  • b. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. horeca;
  • g. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • i. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • j. lichtmasten bij paardenbakken.