3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundig beeld.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijken voor het overschrijden van het toegestane oppervlak aan bijgebouwen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.2.3, onder b bepaalde voor het realiseren van een groter dan het toegelaten oppervlak aan bijgebouwen, onder de voorwaarden dat:
-
a. het noodzakelijk is voor de realisering van een gehandicaptenvoorziening;
-
b. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
-
c. het oppervlak aan bijgebouwen met maximaal 10% wordt overschreden.
3.4.2 Afwijken voor het plaatsen van een bijgebouw met topgevel in de zijdelingse perceelsgrens
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.2.3, onder e bepaalde voor het plaatsen van de topgevel in de zijdelingse perceelgrens, onder de voorwaarden dat:
-
a. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
-
b. het vanuit constructief oogpunt het meest doelmatig is;
-
c. de lengte van de topgevel maximaal 6,00 meter bedraagt.
3.4.3 Afwijken voor het bouwen van een zwembad of tennisbaan niet ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.2.3, onder a bepaalde van het bouwverbod in het bestemmingsvlak niet ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', onder de voorwaarden dat:
-
a. de afstand tot de perceelsgrens niet minder dan 5.00 meter bedraagt;
-
b. het totale onbebouwde oppervlak buiten het bouwvlak, niet minder dan 40% bedraagt;
-
c. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan.
3.4.4 Afwijken voor het plaatsen van hoge hekwerken ten behoeve van de veiligheid
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.2.4, onder b bepaalde voor de hoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens, onder de voorwaarden dat:
-
a. de hoogte van de erfafscheiding maximaal 2,00 meter bedraagt;
-
b. de verkeersveiligheid gewaarborgd blijft;
-
c. waarden en belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.
3.4.5 Afwijken voor het toestaan van een afwijkende kapvorm op het hoofdgebouw c.q. het bijgebouw
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.2.2, onder h en i alsmede 3.2.3 onder e bepaalde voor het plaatsen van een afwijkende kapvorm op het hoofdgebouw c.q. het bijgebouw, onder de voorwaarden dat:
-
a. het stedenbouwkundig beeld ter plaatse niet worden verstoord;
-
b. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
-
c. waarden en belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;
-
d. de uitvoering van het bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning noodzakelijk is, geen onevenredige nadelige gevolgen heeft voor de schaduwwerking, de daglichttoetreding en de privacy van de aangrenzende woning.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Gebruik van de grond
Onder strijdig gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van de gronden voor:
-
a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik.
3.5.2 Gebruik van opstallen
Onder strijdig gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:
-
a. zelfstandige bewoning, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft;
-
b. beroeps- bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte, waaronder begrepen de opslag van vuurwerk en behoudens het bepaalde in 3.5.3;
-
c. detailhandel en/of groothandel.
3.5.3 Aan huis gebonden beroep
Het verbod om de voor 'Wonen' aangewezen gronden en opstallen te gebruiken als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte is niet van toepassing op het gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de voorwaarden dat:
-
a. ten hoogste 35% van de vloeroppervlakte van de gebouwen, tot ten hoogste 50 m², wordt gebruikt voor het aan huis gebonden beroep;
-
b. degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
-
c. dit gebruik geen ernstige of onevenredige hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
-
d. in de parkeerbehoefte wordt voorzien op eigen terrein, overeenkomstig de normering in de parkeernota van de gemeente Vught;
-
e. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Afwijken voor een aan huis gebonden bedrijf of ambachtelijk bedrijf
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.5.2, onder b bepaalde voor het uitoefenen van een aan huis gebonden bedrijf of ambachtelijk bedrijf, mits voldaan wordt aan de voorwaarden dat:
-
a. ten hoogste 35% van de vloeroppervlakte van de gebouwen, tot ten hoogste 50 m², wordt gebruikt voor de bedrijfsactiviteiten;
-
b. degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
-
c. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling in een woonomgeving passen;
-
d. de activiteiten niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
-
e. de bedrijfsactiviteiten uitsluitend betreffen: categorie 1-bedrijven volgens de toegesneden Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage 1 bij de regels is opgenomen, dan wel daarmee vergelijkbare activiteiten;
-
f. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik;
-
g. in de parkeerbehoefte wordt voorzien op eigen terrein, overeenkomstig de normering in de parkeernota van de gemeente Vught.
3.6.2 Afwijken voor het realiseren van een mantelzorgvoorziening in een aangebouwd of vrijstaand bijgebouw
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.5.2, onder a bepaalde voor realisering van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw, onder de voorwaarden dat:
-
a. de mantelzorgvoorziening is bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
-
b. de behoefte aan mantelzorg is aangetoond;
-
c. er geen zelfstandige woning ontstaat;
-
d. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening maximaal 80 m² bedraagt;
-
e. de mantelzorgvoorziening qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
-
f. de mantelzorgvoorziening niet leidt tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
g. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, het gebruik als woonruimte wordt beëindigd.