direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein
Plan: De Ketting locatie noord
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghPBKettingNoord-VG01

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': een verhuisbedrijf, inclusief (verhuur van) opslagruimten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2': een bedrijfsverzamelgebouw ten behoeve van bedrijven in de categorieën 1 t/m 3.1, voor zover opgenomen in de lijst van bedrijfstypen die bijlage vormt bij deze regels, en met inachtname van de volgende regels:
    • 1. het bedrijfsvloeroppervlak van een categorie 1-bedrijf mag niet minder bedragen dan 150 m2 bvo en indien het zakelijke dienstverlening betreft tevens niet meer dan 350 m2 bvo;
    • 2. het bedrijfsvloeroppervlak van een categorie 3.1-bedrijf mag niet meer bedragen dan 1000 m2 bvo;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen-, parkeer- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
  • a. gebouwen dienen in een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte bvo' mag de totale bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedragen dan het aangegeven aantal m2;
  • d. er dient in of op maximaal 2 meter uit de gevellijn te worden gebouwd;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangeduide goothoogte;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangeduide bouwhoogte;
  • g. voor zover een goothoogte is aangeduid mag het gebouw van een schuin dak worden voorzien, met een dakhelling van minimaal 20º en maximaal 45º;
  • h. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 7,5 meter.
3.2.2 Overige regels met betrekking tot bebouwing

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer dan 1 meter mag bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundig beeld.

3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Ontheffing voor een grotere bouwhoogte van bouwwerken geen bebouwing zijnde buiten een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde, tot een maximale bouwhoogte van 6,00 meter, mits:

  • a. deze bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vanuit het oogpunt van de betreffende functie zoals in artikel 3.1 genoemd noodzakelijk zijn;
  • b. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet wordt verstoord;
  • c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor de omgeving ontstaan of kunnen ontstaan;
  • d. waarden en belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Gebruik van de grond anders dan voor bebouwing

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. open bedrijfsterreinen;
  • b. opslag, echter niet voor volumineuze goederen en de uitstalling van goederen, tot een hoogte niet meer dan de hoogte van de erfafscheiding;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. tuin en/of groenvoorzieningen.
3.5.2 Gebruik van bouwwerken

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, verwerkt, dan wel waarvan de verkoop verband houdt met het toegelaten bedrijf, als ondergeschikte nevenactiviteit, geen zelfstandig onderdeel van het bedrijf zijnde;
  • b. detailhandel, groothandel, handel in volumineuze goederen en bouwmarkten;
  • c. horecadoeleinden;
  • d. recreatieve doeleinden;
  • e. opslag, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk, anders dan beschreven in het Vuurwerkbesluit, zoals vastgesteld d.d. 22 januari 2002.
3.5.3 Parkeren
  • a. voor de in artikel 3.1 onder a. genoemde functies, voor zover gerealiseerd na de inwerkingtreding van dit plan, gelden geen aanvullende parkeereisen;
  • b. voor de in artikel 3.1 onder b. genoemde functies, voor zover gerealiseerd na de inwerkingtreding van dit plan, geldt conform de gemeentelijke Parkeernota een parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per 100 m2 bvo.

3.6 Ontheffing van de gebruiksregels
3.6.1 Bedrijven niet voorkomend in de lijst van bedrijfstypen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor een bedrijf dat niet voorkomt in de toegesneden lijst van bedrijfstypen, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels, mits:

  • a. de activiteiten van het betreffende bedrijf qua afstand, naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven in deze lijst;
  • b. waarden en belangen in de directe omgeving niet worden geschaad of kunnen worden geschaad;
  • c. het niet betreft een geluidzoneringsplichtige inrichting.