29.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;
ter plaatse van de functieaanduiding:
-
c. 'specifieke vorm van wonen - gastenverblijf', een gastenverblijf;
met ondergeschikt:
-
d. een theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
-
e. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
f. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
g. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
h. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
i. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
-
j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
-
k. 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', een verwevingsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
met de daarbijbehorende voorzieningen:
-
l. tuinen, erven en terreinen;
-
m. parkeervoorzieningen;
-
n. nutsvoorzieningen;
-
o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
p. groenvoorzieningen.
29.2 Bouwregels
29.2.1 Woning
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
-
a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
-
b. per bouwvlak is één woning toegestaan, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', daar geldt het maximum aantal woningen zoals aangegeven op de verbeelding;
-
c. binnen het bouwvlak zijn vrijstaande woningen toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;
-
d. de inhoud van de woning bedraagt niet meer dan aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
-
e. indien op de verbeelding een maximum bebouwd oppervlakte is aangegeven, geldt dit maximum bebouwd oppervlakte;
-
f. de goothoogte van de woning mag maximaal 6 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen, tenzij op de verbeelding een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven;
-
g. een woning dient te worden uitgevoerd met een kap;
-
h. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
-
i. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen.
29.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning mag maximaal 80 m² oppervlakte bedragen, met dien verstande dat bij woningen die groter zijn dan 1000 m³ de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken maximaal 10% van de inhoud van de woning mag bedragen tot een maximum van 150 m²;
-
b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
-
c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de woning moet minimaal 5 meter en mag maximaal 20 meter bedragen;
-
d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen;
-
e. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.
29.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden.
-
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.
29.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
29.3.1 Kleinere afstand tot de perceelsgrens
De afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de perceelsgrens mag worden verkleind, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld wordt ter plaatse niet onevenredig geschaad.
29.3.2 Het vergroten van een woning
Het vergroten van een woning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de woning kan eenmalig worden vergroot;
-
b. de vergroting bedraagt niet meer dan 10% van de bestaande inhoud;
-
c. de inhoud na vergroting mag niet meer bedragen dan 2500 m³;
-
d. de goothoogte van de woning mag maximaal 4,5 meter bedragen;
-
e. de bouwhoogte van de woning mag maximaal 9 meter bedragen;
-
f. er dient sprake te zijn van een sterke verbetering van de beeldkwaliteit in de directe omgeving;
-
g. de bestaande landschappelijke, natuurlijke, architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de woning niet onevenredig worden aangetast;
-
h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of gebouwen worden niet onevenredig aangetast;
-
i. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen.