21.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een manege;
-
b. extensieve dagrecreatie;
met ondergeschikt:
-
c. horeca ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
-
d. nevenactiviteit in de vorm van een bed & breakfast met maximaal 5 kamers binnen de bestaande bebouwing;
ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
-
e. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
f. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
g. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
met daarbij behorende voorzieningen:
-
h. tuinen en erven;
-
i. wegen, voet- en rijwielpaden;
-
j. parkeervoorzieningen;
-
k. groenvoorzieningen;
-
l. incidentele bijeenkomsten;
-
m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen zoals bedoeld in 21.2.2, 21.2.3 en 21.2.4 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
-
b. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.
21.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
b. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.
21.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
-
b. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
-
c. uitsluitend vrijstaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
-
d. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen exclusief onderkeldering;
-
e. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
-
f. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
-
g. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
-
h. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen.
21.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m² bedragen;
-
b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
-
c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en mag maximaal 20 meter bedragen;
-
d. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht;
-
e. de afstand van de bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.
21.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen, behoudens het bepaalde in sub b en c;
-
b. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
-
c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
-
d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden.
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
21.3.1 Parkeervoorzieningen
Het voorzien in parkeerbehoefte op andere wijze dan op eigen terrein, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
-
b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
21.3.2 Rijhal
De bouw van een rijhal, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. maximaal 1 rijhal met een oppervlakte van ten hoogste 1000 m² is toegestaan binnen het bouwvlak;
-
b. er geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaatsvindt;
-
c. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
-
d. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
e. de ontwikkeling is hydrologisch neutraal.
-
f. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.