19.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een bedrijfsmatig geëxploiteerd terrein met recreatieverblijven;
-
b. extensieve dagrecreatie;
-
c. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
-
d. wonen in een bedrijfswoning;
ter plaatse van de functieaanduiding:
-
e. 'sportveld', een sportveld tot een maximum van 100 m²;
-
f. 'specifieke vorm van groen – landschappelijke inpassing';
-
g. 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
met ondergeschikt:
-
h. ondersteunende horeca ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 100 m²vloeroppervlakte;
-
i. bijeenkomsten ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik;
-
j. detailhandel met een maximale oppervlakte van 200 m²;
-
k. centrale voorzieningen, met dien verstande dat per plaatsgebonden recreatieverblijf één sanitaire voorziening is toegestaan;
-
l. een werkplaats voor de reparatie en assemblage van caravans en zomerhuisjes;
ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
-
m. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
n. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
o. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
p. 'ecologische verbindingszone', de ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
q. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
r. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
met de daarbijbehorende voorzieningen:
-
s. tuinen en erven;
-
t. wegen, voet- en rijwielpaden;
-
u. parkeervoorzieningen;
-
v. groenvoorzieningen;
-
w. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
a. bestaande bebouwing welke in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan afwijkend is van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. In dit geval mag de bestaande bebouwing niet worden vergroot.
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van centrale voorzieningen zoals bedoeld in 19.1 mag per terrein met recreatieverblijven niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
c. de maximale oppervlakte en goothoogte van de werkplaats mogen niet meer bedragen dan 100 m² respectievelijk 3,5 meter;
-
d. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.
19.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
b. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 2 meter bedragen.
19.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
-
b. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
-
c. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen exclusief onderkeldering;
-
d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
-
e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
-
f. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
-
g. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen;
-
h. de afstand van de bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrens moet minimaal 2 meter bedragen.
19.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m2 bedragen;
-
b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
-
c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en mag maximaal 20 meter bedragen;
-
d. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 2 meter achter de gevellijn worden opgericht.
19.2.5 Recreatieverblijven
Voor recreatieverblijven gelden de volgende regels:
-
a. het aantal plaatsgebonden recreatieverblijven en niet-plaatsgebonden recreatieverblijven mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
b. in aanvulling op het bepaalde in sub a gelden voor plaatsgebonden recreatieverblijven de volgende regels:
-
1. de oppervlakte van een plaatsgebonden recreatieverblijf mag maximaal 80 m² bedragen;
-
2. de inhoud van een plaatsgebonden recreatieverblijf mag maximaal 250 m³ bedragen exclusief onderkeldering;
-
3. de bouwhoogte van een plaatsgebonden recreatieverblijf mag maximaal 3,5 meter bedragen;
-
4. de onderlinge afstand tussen plaatsgebonden recreatieverblijven moet minimaal 10 meter bedragen;
-
5. per plaatsgebonden recreatieverblijf mag één bijbehorend bouwwerk worden opgericht;
-
6. de maximale oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk bij een plaatsgebonden recreatieverblijf mag maximaal 6 m² bedragen;
-
7. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk bij een plaatsgebonden recreatieverblijf mag maximaal 3 meter bedragen;
-
8. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 2 meter bedragen.
19.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
-
c. de afstand tot de perceelsgrens moet minimaal 2 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de perceelsgrens gebouwd mogen worden.