13.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen in een bedrijfswoning, met uitzondering van het bepaalde in sub g;
-
b. bijeenkomsten ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik;
ter plaatse van de functieaanduiding:
-
c. 'horeca van categorie ', horeca van categorie 3;
-
d. 'horeca van categorie 3 en 4', horeca van categorie 3 en 4 met uitzondering van bar-dancings, discotheken, nachtclubs;
-
e. 'kantoor', een ondergeschikt kantoor;
-
f. 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
-
g. 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', tevens wonen in het bedrijfsgebouw;
-
h. 'bedrijfswoning uitgesloten', wonen in een bedrijfswoning niet toegestaan;
met ondergeschikt:
-
i. een theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
-
j. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
k. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
l. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
m. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
-
n. 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
o. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
met de daarbijbehorende voorzieningen:
-
p. tuinen en erven;
-
q. wegen, voet- en rijwielpaden;
-
r. parkeervoorzieningen;
-
s. groenvoorzieningen;
-
t. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
u. voorzieningen van algemeen nut.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen zoals bedoeld in 13.2.2, 13.2.3 en 13.2.4 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
-
b. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.
13.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.
13.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
a. één bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', uitsluitend wonen in het bedrijfsgebouw is toegestaan;
-
b. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
-
c. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen exclusief onderkeldering;
-
d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
-
e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
-
f. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
-
g. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen;
-
h. de afstand van de bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.
13.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m2 bedragen;
-
b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
-
c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en maximaal 20 meter bedragen;
-
d. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.
13.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen met uitzondering van het bepaalde in sub b;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden.