10.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. detailhandel;
-
b. wonen in een bedrijfswoning;
ter plaatse van de functieaanduiding:
-
c. 'specifieke vorm van detailhandel - antiekhandel', uitsluitend een antiekhandel;
-
d. 'tuincentrum', uitsluitend een tuincentrum;
-
e. 'supermarkt', uitsluitend een supermarkt met bovenwoningen;
-
f. 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', tevens wonen in het bedrijfsgebouw;
met ondergeschikt:
-
g. een theetuin, al dan niet overkapt, als nevenactiviteit tot maximaal 100 m2 vloeroppervlakte;
ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
-
h. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
i. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
met de daarbijbehorende voorzieningen:
-
k. tuinen en erven;
-
l. wegen, voet- en rijwielpaden;
-
m. parkeervoorzieningen;
-
n. groenvoorzieningen;
-
o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
p. voorzieningen van algemeen nut.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen zoals bedoeld in 10.2.2, 10.2.3 en 10.2.4 mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
-
b. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.
10.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
b. de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.
10.2.3 (Bedrijfs)woningen
Voor het bouwen van (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
-
a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', uitsluitend wonen op de verdieping is toegestaan en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen in bedrijfsgebouw', uitsluitend wonen in het bedrijfsgebouw is toegestaan;
-
b. uitsluitend bestaande (bedrijfs)woningen zijn toegestaan;
-
c. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen exclusief onderkeldering;
-
d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
-
e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
-
f. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
-
g. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg moet minimaal 10 meter en maximaal 15 meter bedragen;
-
h. de afstand van de bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.
10.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 80 m2 bedragen;
-
b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
-
c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning moet minimaal 5 meter en mag maximaal 20 meter bedragen;
-
d. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.
10.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen met uitzondering van het bepaalde in sub b;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter mag bedragen;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden.