direct naar inhoud van Artikel 10 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Plan: HoWaBo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bpBPHOWABO-VG01

Artikel 10 Waterstaat - Waterbergingsgebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat – Waterbergingsgebied aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het onderhoud van de in deze zone gelegen dan wel daaraan grenzende waterberging.

10.2 Bouwregels
  • a. Op de voor Waterstaat - Waterbergingsgebied aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 4 meter.
  • b. Op de voor Waterstaat- Waterbergingsgebied aangewezen gronden mag voor de andere daar voorkomende bestemming niet worden gebouwd.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
10.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

  • a. het ophogen van de bodem;
  • b. het verzetten van grond van meer dan 100 m³ of op een diepte van meer dan 60 cm beneden maaiveld, voor zover geen vergunning is vereist in het kader van de Ontgrondingenwet;
  • c. het aanleggen van dammen, voor zover grondberoeringen plaatsvinden dieper dan 30 cm;
  • d. het aanleggen van stuwen;
  • e. het dempen van sloten, greppels en overige wateren;
  • f. het aanbrengen van oeverbeschoeiing;
  • g. het aanbrengen van houtopstanden;
  • h. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m²;
  • i. de aanleg van drainage, tenzij het gaat om vervanging van een al bestaande drainage;
  • j. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen.

10.3.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 10.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. van zodanig geringe omvang en ondergeschikte betekenis zijn dat daardoor geen aantasting van de aanwezige waarden plaatsvindt;
  • b. betrekking hebben op het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan;
  • d. grondbewerkingen ten behoeve van de realisatie van het waterbergingsgebied en de waterkering.
  • e. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

10.3.3 Toelaatbaarheid

Een in 10.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden dan wel de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen niet in strijd zijn met het plan. Met betrekking tot de gevolgen voor het waterbergend vermogen wordt advies gevraagd aan de beheersinstantie.