Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Molsberg / Hulsbergweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0965.BP201005BGMolsbe54-VA01

Artikel 6 Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.1.1
De voor ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden, c.q. gelden als archeologisch verwachtingsgebied.
 
6.1.2
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen en bestemmingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing.

6.2 Bouwregels

6.2.1
Bouwwerken ten behoeve van andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen kunnen op de onder 6.1 genoemde gronden zonder archeologisch onderzoek worden opgericht, indien het betreft bouwwerken ter plaatse van een perceel met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m².
 
6.2.2
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 mogen geen bouwwerken worden opgericht binnen een straal van 50 meter van een bekende ‘archeologische vindplaats’.

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.3.1  Afwijken voor het toestaan van het bouwen binnen 50 meter ‘archeologische vindplaats’
Burgemeester en wethouders kunnen middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 met inachtneming van de regels geldend voor de andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen, onder de volgende voorwaarden:
a.   op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
b.   op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische
waarden aanwezig zijn;
c.   op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op:
 1.   het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
 2.   het doen van opgravingen;
 3.   de begeleiding van bouwwerkzaamheden door een archeologische deskundige.
 
6.3.2 Procedure afwijking
Burgemeester en Wethouders nemen bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bij dit plan behorende procedureregels in acht.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4.1
Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning), op of in onderhavige gronden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
a.  grondwerkzaamheden dieper dan 0,4 meter, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden,alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
b.  het verlagen of verhogen van het waterpeil;
c.  het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
d.  het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
 
6.4.2
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien mede op basis van onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
 
6.4.3
Het verbod als bedoeld in 6.4.1 is niet van toepassing indien:
a.  op basis van onderzoek is aangetoond dat de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
b.  de werken of werkzaamheden:
-    mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning;
-    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van dit plan;
-    behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen;
b.  de werken en werkzaamheden ten dienste van het archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
c.  de werken en werkzaamheden betrekking hebben op een grondoppervlak tot ten hoogste 100 m², of een lengte tot ten hoogste 50 meter en een diepte tot 1,5 meter.
 
6.4.4
Burgemeester en Wethouders nemen bij het verlenen van een omgevingsvergunning de bij dit plan behorende procedureregels in acht.