Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan ten aanzien van:
a. de bebouwing van niet voor ‘Wonen’ bestemde gronden met gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van het openbare nut met een maximale hoogte van 3,50 meter en een maximale inhoud van 50 m3;
b. het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten, voorzover daarvoor geen bijzondere afwijkingsmogelijkheid in deze regels is opgenomen en mits deze met niet meer dan 10 % worden veranderd.