direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Tegelseweg 17a te Belfeld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009024-VA01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, in de vorm van grondgebonden woningen, niet zijnde gestapelde woningen, waaronder tevens begrepen kamerbewoning (maximaal 4 personen);
  • b. tuinen, erven en onbebouwde erven en de daar noodzakelijke parkeervoorzieningen, met dien verstande dat per woning minimaal 2 parkeerplaatsen op het eigen terrein aanwezig dienen te zijn;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

Met de daarbij behorende:

  • d. hoofd- en bijgebouwen, aan- en uitbouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. nieuwe woningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';

3.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. de hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw';
  • b. ter plaatste van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw', zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
  • c. de hoofdgebouwen dienen in en evenwijdig aan de gevellijn te worden geplaatst;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • e. het maximum aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • f. de bebouwingsdiepte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 15 meter bedragen;
  • g. de breedte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 20 meter bedragen;
  • h. het bebouwingspercentage van het bouwperceel voor hoofdgebouwen, aan -en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke hoger zijn dan 1 meter, gemeten vanaf het aansluitend terrein, mag niet meer dan 65 bedragen;
  • i. de afstand van de zijgevel tot de zijdelingse bouwperceelsgrens moet minimaal 3 meter bedragen.

3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen tenminste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw - of het verlengde daarvan - te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m² per bouwperceel, met dien verstande dat het bepaalde onder 3.2.2 sub h in acht wordt genomen;
  • c. de goothoogte van aan -en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3,30 m bedragen en de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. de hoogte van aan -en uitbouwen en bijgebouwen met een plat dak mag niet meer dan 3,30 m bedragen.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen hoger dan 1 m, doch maximaal 2 m, alsmede overkappingen dienen tenminste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw - of in het verlengde daarvan - te worden gebouwd;
  • b. de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van:
  • erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • speeltoestellen, waarvan de hoogte niet meer dan 3,5 meter mag bedragen.
  • c. het onder hiervoor 3.2.2 sub h aangegeven bebouwingspercentage mag ten gevolge van het oprichten van andere bouwwerken welke hoger zijn dan 1 meter, gemeten vanaf het aansluitend terrein, niet worden overschreden.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en/of afmetingen van bouwwerken;
  • b. de kapvorm van gebouwen;
  • c. de aanleg en omvang van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.

De toepassing van nadere eisen als bedoeld onder a t/m c door burgemeester en wethouders zal gericht zijn op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • e. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • f. de woonsituatie (wooncomfort kwaliteit woongenot van de directe omgeving);
  • g. de gebruiksmogelijkheden (op eigen terrein en op aangrenzende gronden);
  • h. de milieusituatie;
  • i. de verkeersveiligheid;
  • j. de parkeerruimte op eigen terrein;
  • k. de sociale veiligheid;
  • l. de brandveiligheid.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van:

  • a. vrijstaande gebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning;
  • b. woningen en daarbij behorende gronden voor een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. opstallen als kamerbewoning van meer dan 4 personen;
  • d. opstallen voor Bed- en breakfast

3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1 Ontheffing aan huisgebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Voor het gebruik van woningen en daarbij behorende gronden en bouwwerken voor het in combinatie met het wonen uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, wordt ontheffing verleend voorzover het bedrijven betreft welke genoemd zijn in de in de bijlage opgenomen bedrijvenlijst, alsmede bedrijven welke niet in de lijst zijn vermeld, doch naar het oordeel van burgemeester en wethouders, waar het gaat om de verwachting omtrent te duchten gevaar, schade of hinder of overlast voor de (woon)omgeving, daarmee gelijk te stellen zijn. De in de bedrijvenlijst genoemde bedrijven vallen onder milieucategorie 1 of 2. Bedrijven in een hogere milieucategorie zijn vanwege de mogelijke hinder voor de omgeving in dit verband niet toegestaan. De hier beschreven ontheffing wordt bovendien alleen verleend c.q. genomen indien:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. de beroeps- en/of bedrijfsoppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloer-oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
  • c. de beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten hoofdzakelijk door de bewoner(s) van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
  • d. de beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten geen hoger bronvermogen hebben dan 50 dB(A)/m2 etmaalwaarde;
  • e. de woning en de bij de woning behorende bijgebouwen aan het Bouwbesluit c.q. de Bouwverordening blijven voldoen;
  • f. de beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten geen parkeeroverlast voor de directe (woon)-omgeving veroorzaken of dat hierdoor geen extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn;
  • g. geen (overig) gevaar schade, hinder of overlast voor de (woon)omgeving ontstaat;
  • h. geen detailhandel wordt uitgeoefend, met uitzondering van detailhandel die onder-geschikt is aan en verband houdt met de ter plekke uitgeoefende kleinschalige bedrijfs-matige activiteiten;
  • i. geen horeca-activiteiten worden uitgeoefend;
  • j. geen prostitutiebedrijf, seksinrichting of aanverwante activiteiten op erotisch en/of pornografisch gebied wordt/worden uitgeoefend.

3.5.2 Ontheffing kamerbewoning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor kamerbewoning van meer dan 4 personen, mits:

  • a. Het gebruik geen overlast voor het woonmilieu oplevert en geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • b. Het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is;
  • c. Wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

3.5.3 Ontheffing Bed and Breakfast

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van een Bed and Breakfast mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • c. bedoeld gebruik geen belemmering voor de omliggende bedrijven mag opleveren;
  • d. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
  • e. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  • f. er mag geen duurzame ontwrichting van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur ontstaan;
  • g. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer;
  • h. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • i. de Bed and Breakfast-voorziening dient in bestaande bebouwing te worden gerealiseerd;
  • j. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen mogen ten behoeve van een Bed and Breakfast in gebruik zijn, zulks met een absoluut maximum van 60 m².