direct naar inhoud van Artikel 9 Natuur: N.
Plan: BP Wijnandsrade
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.09510100BPWijnandsrade-

Artikel 9 Natuur: N.

9.1 Bestemmingsomschrijving.

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • instandhouding en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische en archeologische waarden;
  • duurzaam bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie,
  • met daaraan ondergeschikt:
  • extensief recreatief medegebruik;
  • bestaand agrarisch gebruik van kleinere eenheden.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangeduide:

  • cultuurhistorie;
  • leidingzone - ondergronds;
  • beschermingszone watergang;

zijn primair de desbetreffende regels van deze voorschriften van toepassing.

9.2 Bouwregels.

Op of in de tot “natuur” bestemde gronden mag niet worden gebouwd. De toepassing van artikel 17 WRO is uitgesloten.

9.3 Specifieke gebruiksregels.
  • a. Specifieke gebruiksregels van de gronden.

Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 20, lid A. wordt ten minste verstaan het gebruik van de gronden:

  • 1. als staanplaats of ligplaats van onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met het in het “natuur” uit te voeren werken of werkzaamheden;
  • 2. als sport-, wedstrijd- of speelterreinen, parkeerterreinen, buitenmaneges, lig- en speelweiden;
  • 3. voor het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van de motorport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
  • 4. voor het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
  • 5. voor militaire oefeningen, met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
  • 6. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • 7. voor opslag, zoals het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, afval of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • 8. voor het winnen van bosstrooisel en mos;
  • 9. voor het plaatsen van mestzakken of daarmee vergelijkbare voorzieningen;
  • 10. voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden ten behoeve van doeleinden als omschreven in dit lid, onder 1. t/m 9..
9.4 Aanlegvergunning.

a. het is op of in de tot “natuur” bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • 2. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, het ophogen en/of egaliseren;
  • 3. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • 4. het draineren van gronden;
  • 5. het vellen en/of rooien van houtgewas, of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas ten gevolg kunnen hebben behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtgewas;
  • 6. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen;
  • 7. het aanbrengen en/of verleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen;
  • 8. het verwijderen van graften, bosstroken en/of grasbanen.
  • b. het in dit lid, onder a. bepaalde is niet van toepassing voor:
  • 1. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • 2. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • 3. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
  • 4. werken of werkzaamheden welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
  • 5. werken of werkzaamheden van waterhuishoudkundige aard waarvoor vergunningverlening reeds plaats vindt door een Waterschap in het kader van de waterhuishoudkundige toetsing op basis van het Keur.
  • c. de werken of werkzaamheden als bedoeld in dit

lid, onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de leden A. en B. genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

9.5 Wijzigingsbevoegdheid.

Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming “Natuur” wijzigen in de bestemming “Water” conform het bepaalde in artikel 24, lid C van deze voorschriften.