De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wonen;
b aan-huis-verbonden beroepen;
c tuinen, erven en verhardingen;
d paden, wegen en parkeervoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
f groenvoorzieningen.
a Nieuwbouw van woningen is niet toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
b Bij vervangende nieuwbouw mogen de woningen uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen of de bestaande locatie en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend.
c
De afstand tot de as van de weg
waaraan wordt gebouwd mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
a
De inhoud van een woning mag niet
meer bedragen dan
b
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
c De bouwhoogte wordt niet gegeven; er dient te worden uitgegaan van de gebruikelijke streekeigen schuine kap van 45 graden.
Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
Vrijstaande bijgebouwen dienen op
een afstand van ten minste
b
De gezamenlijke oppervlakte mag
niet meer bedragen dan de huidige oppervlakte van circa
c
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
d De bouwhoogte wordt niet gegeven; er dient te worden uitgegaan van de huidige bouwhoogte.
e
De afstand van vrijstaande
bijgebouwen tot de woning mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders kunnen, mits stedenbouwkundig onderbouwd en aanvaardbaar, ontheffing verlenen van het bepaalde in:
a
lid 3.2.2 onder b en c voor het
bouwen van woningen met een hogere goothoogte tot maximaal
b
lid 3.2.3 onder e voor het bouwen
van een bijgebouw op een afstand van meer dan
c
lid 3.2.4 onder a voor het bouwen
van terreinafscheidingen met een bouwhoogte van
d
lid 3.2.4 onder d voor het bouwen
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.1 onder b voor het herbouwen van een woning op een andere locatie, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
De herbouw dient op de andere
locatie stedenbouwkundig aanvaardbaar te zijn en mag niet meer dan
b De nieuwe locatie dient direct aan te sluiten op de voormalige locatie van de woning.
c
De afstand tot de perceelsgrenzen
mag niet minder bedragen dan
d
De afstand tot de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet meer bedragen dan
e De ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt.
f De woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
De omvang van de activiteit mag
niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van
de woning en/of bijgebouw tot een maximum van
b Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
c De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
d Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel.
e De activiteit moet uitgeoefend worden door de bewoner.