direct naar inhoud van Artikel 29 Ecologische structuur.
Plan: Buitengebied Onderbanken
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08810000BPLBUI01000-

Artikel 29 Ecologische structuur.

Lid A. Doel:

het doel van het differentiatievlak “ecologische structuur” is instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet-levende natuur) en biotische (levende natuur) kenmerken van de betreffende plangebiedsdelen.

Lid B. Beschrijving in hoofdlijnen:

ter verwezenlijking van het onder lid A. beschreven doel wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, het volgende beleid gevoerd:

  • 1. gestreefd wordt naar realisering van een aaneengesloten netwerk van abiotische en biotische elementen ten behoeve van flora en fauna. Uitgangspunt vormt daarbij enerzijds het behoud en de versterking van de bestaande natuur- en bosgebieden. Anderzijds wordt gestreefd naar ontwikkeling van samenhang tussen bestaande en nieuwe natuur- en bosgebieden door middel van het aanbrengen van ontbrekende schakels hiertussen. Het uiteindelijke ruimtebeslag van dit netwerk vormt een beperkt deel van het gehele ruimtebeslag van het differentiatievlak. In deze wordt uitvoering gegeven aan het beleid met betrekking tot de ecologische structuur van de provincie Limburg.
  • 2. uitvoering van het betreffende beleid vindt plaats in overleg met belanghebbenden, dan wel door middel van vergunningen. Het beleid wordt mede getoetst aan de agrarische mogelijkheden voor de resterende gronden.
  • 3. binnen het differentiatievlak "ecologische structuur" heeft, ten aanzien van de onderliggende bestemmingen, het te voeren beleid mede betrekking op:

voor natuurgebied, natuurgebied tevens hondensportterrein en zweefvliegveld:

  • het beheer en behoud van dit gebied;
  • het bevorderen van de totstandkoming van natuurgebieden in hun meest natuurlijke vorm;
  • voor agrarisch gebied en agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurlijke waarden:
  • het beschermen van de potentiële natuurlijke waarden en, waar mogelijk, het tot ontwikkeling brengen van de functie binnen de ecologische structuur;
  • het visueel bufferen van aangrenzende natuurlijke waarden door het niet toelaten van nieuwe bebouwing;
  • het behoud, beheer, herstel of de aanleg van kleinschalige landschapselementen;
  • voor watergangen:
  • het bevorderen van de totstandkoming van de watergangen in hun meest natuurlijke vorm met overeenkomstige waterkwaliteit.
  • 4. ter plaatse van het op de plankaart aangeduide zoekgebied ecologische structuur wordt gestreefd naar de realisering van een extra ecologische verbinding tussen Roode Beek en Merkelbeekerbeek. Binnen het zoekgebied zullen de mogelijkheden daartoe worden onderzocht, uitgaande van een ruimtebeslag van maximaal 10% van het zoekgebied.

Lid C. Gebruik van de grond voor bebouwing:

op de tot "ecologische structuur" aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:

  • bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of regenwaterbuffer,

met dien verstande, dat:

  • 1. het oppervlak per bouwwerk ten hoogste 20 m² mag bedragen;
  • 2. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen.

Lid D. Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist:

het is verboden op of in het differentiatievlak "ecologische structuur" zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de in artikel 7 beschreven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren.

Lid E. Wijzigingsbevoegdheid:

Burgemeester en Wethouders kunnen binnen het differentiatievlak “ecologische structuur” de onderliggende bestemmingen wijzigen in de bestemming:

  • a. “natuurgebied”, ten behoeve van de aanleg van natuurgebied, mits:
  • de bodem, blijkens bodemonderzoek vooraf, niet zodanig verontreinigd is, dat bezwaren bestaan tegen het voorgestane gebruik;
  • aangrenzende waarden en belangen, waaronder het agrarische belang, niet onevenredig worden geschaad,

met dien verstande, dat:

  • 1. bij de wijziging voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 12 van deze voorschriften.
  • b. “natuurgebied”, ten behoeve van de aanleg van natuurgebied binnen het op de plankaart aangeduide “zoekgebied ecologische structuur”, mits:
  • de bodem, blijkens bodemonderzoek vooraf, niet zodanig verontreinigd is, dat bezwaren bestaan tegen het voorgestane gebruik;
  • aangrenzende waarden en belangen, waaronder het agrarische belang, niet onevenredig worden geschaad,

met dien verstande, dat:

  • 1. ten hoogste 10% van het op de plankaart als zoekgebied ecologische structuur aangeduide gebied tot “natuurgebied” mag worden bestemd;
  • 2. bij de wijziging voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 12 van deze voorschriften.
  • c. Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven procedure.