direct naar inhoud van Artikel 24 Zweefvliegveld: Z.
Plan: Buitengebied Onderbanken
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08810000BPLBUI01000-

Artikel 24 Zweefvliegveld: Z.

Lid A. Doeleindenomschrijving:

de op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het beoefenen van de zweefvliegsport en met de zweefvliegsport verband houdende verblijfsaccommodatie;
  • b. instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • c. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast,

en de daarbij behorende voorzieningen.

De gronden zijn niet bestemd voor seksinrichtingen en/of coffeeshops.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen:

  • de differentiatievlakken erosie, ecologische structuur, archeologische waarden en beekdal;
  • de op de plankaart aangeduide “beschermingszone watergang”,

zijn primair de desbetreffende bepalingen van deze voorschriften van toepassing.

Lid B. Beschrijving in hoofdlijnen:

ter verwezenlijking van de onder lid A. beschreven doeleinden wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, het volgende beleid gevoerd:

  • 1. het uitoefenen van de zweefvliegsport dient te geschieden in samenhang met de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
  • 2. de met de zweefvliegsport verband houdende verblijfsaccommodatie mag ten hoogste plaats bieden aan 75 kampeermiddelen en dient een niet-permanent karakter te hebben. Winterstalling buiten het kampeerseizoen is niet toegestaan.
  • 3. bij het zweefvliegveld is eveneens toegestaan horeca ondergeschikt aan de hoofdbestemming, zoals in de vorm van een kantine, restaurant en daarmee vergelijkbare voorzieningen. De omvang van de horecavoorziening is afgestemd op de behoefte voortkomend uit de gebruikers van de hoofdbestemming. Echter ook medegebruik door passanten is toegestaan. Het is niet toegestaan het horecagedeelte op enig moment af te splitsen en als zelfstandige vorm van horeca onafhankelijk van de hoofdbestemming voort te zetten. Ook is het niet toegestaan de ondergeschikte horeca nog langer uit te oefenen op het moment dat de hoofdbestemming is komen te vervallen of niet langer van toepassing is.
  • 4. indien de belangen van bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast wezenlijk worden bedreigd door bepaald natuurbeheer, geniet de functie ten behoeve van het bestrijden en voorkomen van erosie en wateroverlast prioriteit en dient het natuurbeheer te worden afgestemd op de bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast. Hierbij mag de natuurfunctie niet meer dan noodzakelijk worden beperkt.

Lid C. Gebruik van de grond voor bebouwing:

op de tot "zweefvliegveld" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik,

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande, dat:

  • 1. gebouwen uitsluitend in het op betreffende kaartuitsnede aangegeven bouwvlak mogen worden bebouwd;
  • 2. de goothoogte van gebouwen ten hoogste 4.50 m mag bedragen;
  • 3. de nokhoogte van gebouwen ten hoogste 8.00 m mag bedragen;
  • 4. gebouwen met een kap van ten minste 15° zullen en ten hoogste 45° mogen worden afgedekt;
  • 5. het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor horeca ondergeschikt aan de hoofdbestemming ten hoogste 250 m² mag bedragen;
  • 6. de hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van die, welke bedoeld zijn onder 8., ten hoogste 4.00 m mag bedragen;
  • 7. de hoogte van voorzieningen voor verlichting en vlaggenmasten ten hoogste 10.00 m mag bedragen.

Lid D. Gebruik van de grond anders dan voor bebouwing:

onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 5, lid A. wordt tenminste verstaan het in artikel 5, lid C. beschreven gebruik van de grond.

Lid E. Gebruik van opstallen:

onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 6, lid A. wordt tenminste verstaan het in artikel 6, lid C. beschreven gebruik van opstallen.

Lid F. Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist:

het is verboden op of in de tot "zweefvliegveld" aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de in artikel 7 beschreven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren.

Lid G. Vrijstellingsbevoegdheid:

Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid C., onder 1 ten behoeve van het uitbreiden van het bouwvlak voor de bouw van een loods, mits:
  • de noodzaak hiertoe is aangetoond door de initiatiefnemer;
  • aangrenzende waarden en belangen niet onevenredig worden aangetast;
  • de nieuwe loods landschappelijk goed inpasbaar is en omliggende natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig schaadt of kan schaden,

met dien verstande , dat:

  • 1. het oppervlak van het bouwvlak met maximaal 700 m² mag worden vergroot

Lid H. Nadere eisen:

  • a. Burgemeester en Wethouders kunnen, rekening houdende met het gestelde in de beschrijving in hoofdlijnen, nadere eisen stellen ten aanzien van:
  • de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
  • de aard, hoogte en de situering van erfafscheidingen;

een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en met inachtneming van de regels zoals deze gesteld zijn in de POL-uitwerking BOM+. Uitgangspunt daarbij vormt het verplicht basispakket; een nulniveau waaraan iedere bouwaanvraag dient te voldoen. Dit basispakket maakt deel uit van de normale vereisten waaraan een bedrijf zich moet houden.

  • b. de onder a. genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
  • indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en landschappelijke inpassing en
  • ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden en
  • in verband met maatwerk ten aanzien van het agrarisch bouwperceel en de verbetering van de gebiedskwaliteit ten behoeve van duurzaam agrarisch grondgebruik.