Plan: | Buitengebied Onderbanken |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling |
IMRO-idn: | NL.IMRO.08810000BPLBUI01000- |
Lid A. Het is verboden de in het plan begrepen opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming, zoals omschreven in de doeleindenomschrijving van de desbetreffende bestemming.
Lid B. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in dit artikel, lid A. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Lid C. Onder verboden gebruik, als bedoeld in lid A., wordt tenminste verstaan het gebruik van opstallen volgens het schema op de volgende pagina. In het schema zijn per bestemming die vormen van verboden gebruik van opstallen aangekruist, die gelet op de doeleindenomschrijving in ieder geval verboden zijn. Dit laat onverlet dat andere, niet genoemde gebruiksvormen, die strijdig zijn met de doeleindenomschrijving, eveneens verboden zijn. Slechts genoemd zijn die gebruiksvormen, die tot onduidelijkheid kunnen leiden en derhalve thans uitdrukkelijk uitgesloten worden. Over de in het schema niet aangekruiste vormen van gebruik spreekt de bestemming zich niet uit: deze dienen binnen de desbetreffende bestemming niet gelezen te worden. Bij een ontbrekende aankruising in het schema is derhalve de desbetreffende vorm van gebruik niet per definitie toegelaten. De doeleindenomschrijving is in dit geval bepalend.
Lid D. Onder verboden gebruik, als bedoeld in lid A., wordt naast het bepaalde in lid C. tevens verstaan het gebruik van opstallen voor:
waarbij mede invulling wordt gegeven aan het gemeentelijk prostitutiebeleid, zoals vastgelegd in de Notitie prostitutiebeleid Gemeente Onderbanken (vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 30 augustus 2000 en onderschreven door de raad d.d. 28 september 2000).
* bewoning van de bedrijfswoning is alleen toegestaan door (het huishouden van) de bedrijfsvoerder. Vervreemding of afsplitsing van de bedrijfswoning, gevolgd door bewoning door derden is niet toegestaan
** het netto verkoopvloeroppervlak van een boerderijwinkel mag ten hoogste 200 m² bedragen, mits ingepast binnen de bestaande bouwmassa
onder verboden gebruik van opstallen wordt tenminste verstaan het gebruik van opstallen voor: |
art. 11 agrarisch bouwblok |
art. 14 recr. doel. dag- recr. voorz. |
art. 15 recr. doeleinden visvijver |
art.16 recr. doel. verbl. recr. voorz. |
art. 17 vrijkomende agr. beb. |
woondoeleinden, anders dan in bedrijfswoningen |
X* | X | X | ||
woondoeleinden in vrijstaande bijgebouwen |
X | X | X | X | X |
permanente bewoning, anders dan in bedrijfswoningen |
X | ||||
detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik | X** | ||||
detailhandel anders dan inherent en van ondergeschikte betekenis aan het toegelaten gebruik | X | X | X | X | |
ambachtelijke en/of industriële doeleinden |
X | X | X | ||
recreatieve doeleinden, anders dan toegelaten krachtens het plan | X | ||||
manegedoeleinden ten behoeve van de niet-productiegerichte paardenhouderij | X | X | X | X | X |
horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik | X | X | X | X | |
educatieve doeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik | X | X | |||
agrarische hulp- en nevenbedrijfsdoeleinden |
X | ||||
opslagdoeleinden anders dan inherent aan het toegelaten gebruik | X | X | X | X |
# de verbodsbepaling geldt niet voor zover het desbetreffende bedrijf nader is aangeduid als zijnde een paardendressuurinrichting en/of manege
## met uitzondering van het brandstofverkooppunt, waar ook niet ter plaatse vervaardigde, ver- of bewerkte goederen mogen worden verkocht of geleverd, waarbij het verkoopvloeroppervlak ten hoogste 200 m² mag bedragen, waarbij de verkoopruimte voor nevenproducten één geheel zal vormen met het brandstofverkooppunt
onder verboden gebruik van opstallen wordt tenminste verstaan het gebruik van opstallen voor: |
art. 18 woon-doeleinden |
art. 19 bijzonddere. doeleinden |
art. 20 horeca-doeleinden |
art. 21 bedrijfs-doeleinden |
art. 24 zweefvlieg-terrein |
woondoeleinden, anders dan in bedrijfswoningen |
X | X | X | ||
woondoeleinden in vrijstaande bijgebouwen |
X | X | X | X | X |
permanente bewoning, anders dan in bedrijfswoningen |
X | ||||
detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik | X | X | X | X## | |
ambachtelijke en/of industriële doeleinden |
X | X | X | ||
manegedoeleinden ten behoeve van de niet-productiegerichte paardenhouderij | X | X | X | X# | X |
horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik | X | X | X | X | |
educatieve doeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik | X | X | X | X | |
agrarische hulp- en nevenbedrijfsdoeleinden |
|||||
opslagdoeleinden anders dan inherent aan het toegelaten gebruik | X | X | X | X | X |