direct naar inhoud van Artikel 26 Overgangsrecht.
Plan: BP Wijnandsrade
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.09510100BPWijnandsrade-

Artikel 26 Overgangsrecht.

26.1 Overgangsrecht ten aanzien van bouwwerken.

  • a. Bouwwerken, die ten tijde van de inwerkingtreding van het plan bestaan, dan wel nadien (kunnen) worden gebouwd krachtens een bouwvergunning en die afwijken van het plan, mogen voor dat deel dat afwijkt en mits de afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot:
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits dit leidt tot een verkleining van de afwijking,
  • 2. na het tenietgaan door een calamiteit geheel worden vernieuwd, mits de bouwaanvraag wordt ingediend binnen twee jaar na het tenietgaan.
  • b. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die illegaal tot stand zijn gekomen onder de werking van het voorheen geldende bestemmingsplan.
26.2 Overgangsrecht ten aanzien van gebruik.
  • a. Het gebruik van gronden en bouwwerken, dat ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestond en in strijd is met het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd in een ander strijdig gebruik als daardoor de strijdigheid naar de aard en omvang wordt verkleind.
  • b. Indien het ten tijde van de inwerkingtreding van het plan bestaande gebruik langer dan 1 jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik te hervatten.
  • c. Het overgangsrecht is niet van toepassing op het gebruik dat tevens in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan en waartegen wordt of kan worden opgetreden.
  • d. Het gebruik, dat tevens in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, maar waartegen niet meer kan worden opgetreden, mag alleen worden voortgezet door degene die gebruiker was van grond en bouwwerken tijdens de inwerkingtreding van het plan.
  • e. Het bestaand, van de bestemming afwijkend gebruik mag niet worden voortgezet als dit kan leiden tot significant nadelige effecten of tot wezenlijk vervuilende, verslechterende of verstorende invloeden voor de instandhoudingsdoelstelling van dit gebied op het terrein van het natuurbeschermingsrecht en de waterhuishouding. Het bestaand gebruik mag evenmin worden voortgezet indien ter plaatse aanwezige archeologische waarden onevenredig worden aangetast c.q. in gevaar worden gebracht.