direct naar inhoud van Artikel 24 Wijzigingsregels.
Plan: BP Wijnandsrade
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.09510100BPWijnandsrade-

Artikel 24 Wijzigingsregels.

24.1 Algemene wijziging.

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot niet meer dan 2 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.

24.2 Wijziging in de bestemming Wonen.

Burgemeester en wethouders kunnen, in het kader van de actuele woningbouwprogrammering de bestemming wijzigen in de bestemming “Woondoeleinden”, mits:

  • a. de volgens de bestemming toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de woningbouw past binnen de gemeentelijke woonvisie;
  • c. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
  • d. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • e. de geluidsbelasting, blijkens een geluidsniveaukaart dan wel een akoestisch onderzoek, niet hoger is dan de voor wegverkeerslawaai geldende voorkeursgrenswaarden, of een hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder, in welk geval de verblijfsruimten van de woning in overwegende mate aan de geluidsluwe zijde dienen te worden gesitueerd;
  • f. de bodem, blijkens vooraf ingesteld bodemonderzoek, niet zodanig verontreinigd is, dat wettelijke bezwaren bestaan tegen de realisering van woningen;
  • g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 12, lid B, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en bijgebouwenvlakken, alsmede het aantal en de aard van de woningen;
24.3 Wijziging in de bestemming Water.

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming "Water" gehoord het Waterschap, ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, en het herinrichten van bestaande watergangen, waaronder meandering, mits:

  • de noodzaak daartoe in het kader van een adequaat waterhuishoudkundig beheer is aangetoond;
  • natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • ruimtelijke inpassing in het landschap verzekerd is;
  • de bodem, blijkens bodemonderzoek vooraf, niet zodanig verontreinigd is, dat bezwaren bestaan tegen het voorgestane gebruik;
  • het herinrichten plaatsvindt binnen een zone van 50 m aan weerszijden van de bestaande loop van de watergang,

met dien verstande, dat:

  • a. bij wijziging voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 11 van deze voorschriften;
  • b. de bodem, blijkens vooraf ingesteld bodemonderzoek, niet zodanig verontreinigd is, dat wettelijke bezwaren bestaan tegen de realisering.
24.4 Wijziging in de bestemming Wonen - en overig in het kasteel.

Burgemeester en wethouders kunnen, in het kader van het behoud van het monument de bestemming wijzigen in de bestemming “Woondoeleinden- en overig in het kasteel”, mits:

  • a. de volgens de bestemming toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. bij wijziging voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 13 van deze voorschriften;
  • c. eventuele woningbouw past binnen de gemeentelijke woonvisie;
  • d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
  • e. de geluidsbelasting, blijkens een geluidsniveaukaart dan wel een akoestisch onderzoek, niet hoger is dan de voor wegverkeerslawaai geldende voorkeursgrenswaarden, of een hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder, in welk geval de verblijfsruimten van de woning in overwegende mate aan de geluidsluwe zijde dienen te worden gesitueerd;
  • f. de bodem, blijkens vooraf ingesteld bodemonderzoek, niet zodanig verontreinigd is, dat wettelijke bezwaren bestaan tegen de realisering van woningen;
24.5 Wijziging voor de realisatie van een extra woning tussen Koningsgraven 33 en 35.

Burgemeester en wethouders kunnen, in het kader van de actuele woningbouwprogrammering aan de bestemming een extra bouw- en bijgebouwenmogelijkheid toevoegen, mits:

  • a. de woningbouw past binnen de gemeentelijke woonvisie;
  • b. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
  • c. de woning inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • d. de geluidsbelasting, blijkens een geluidsniveaukaart dan wel een akoestisch onderzoek, niet hoger is dan de voor wegverkeerslawaai geldende voorkeursgrenswaarden, of een hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder, in welk geval de verblijfsruimten van de woning in overwegende mate aan de geluidsluwe zijde dienen te worden gesitueerd;
  • e. de bodem, blijkens vooraf ingesteld bodemonderzoek, niet zodanig verontreinigd is, dat wettelijke bezwaren bestaan tegen de realisering van woningen;
  • f. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 12, lid B, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over het (nieuwe) bouwvlak en bijgebouwenvlak;