direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum: C.
Plan: BP Wijnandsrade
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.09510100BPWijnandsrade-

Artikel 5 Centrum: C.

5.1 Bestemmingsomschrijving.

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • detailhandel;
  • dienstverlening;
  • maatschappelijk;
  • kleinschalige kantoren (met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 150 m²);
  • consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes;
  • verkeer;
  • informatie en telecommunicatie;
  • wonen;
  • en/of horeca uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “horeca toegestaan” op de plankaart;

zolang deze qua aard en afmeting passen binnen het benodigde voorzieningenniveau behorende bij de omvang van Wijnandsrade.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangeduide:

  • cultuurhistorie;

zijn primair de desbetreffende regels van deze voorschriften van toepassing.

5.2 Bouwregels.
  • a. Algemeen.

Op de tot “centrum” aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • gebouwen, geen woningen zijnde, ten behoeve van de in lid A genoemde doeleinden;
  • vrijstaande, geschakelde en aaneengesloten woningen;
  • bijgebouwen,

en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

  • b. Regels met betrekking tot het bouwvlak.
  • 1. gebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd.
  • 2. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
  • 3. in het bouwvlak mag in niet meer dan twee bouwlagen worden gebouwd.
  • 4. de hoogte van een bouwlaag mag niet meer bedragen dan 3,50 meter.
  • 5. de voorgevel dient in of evenwijdig in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
  • 6. de voorgevelbreedte van de woning dient ten minste 5,00 meter te bedragen.
  • 7. de nokhoogte ten hoogste 12,50 meter bedraagt.
  • 8. ondergronds bouwen is toegestaan, mits daarbij niet behoeft te worden voorzien in een toegang van buitenaf, ten behoeve van het zelfstandig functioneren van de ruimte.
  • 9. indien niet in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, ten minste 3,00 meter uit de erfscheiding zal worden gebouwd.
  • 10. bijgebouwen mogen worden afgedekt met kap, gelijk aan de dakhelling van het hoofdgebouw, mits de nokhoogte van de bijgebouw niet meer bedraagt dan 5,00 meter.
  • 11. bouwwerken, geen gebouw zijnde voldoen aan het bepaalde in artikel 14 van deze voorschriften.
5.3 Nadere eisen.

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen conform het bepaalde in artikel 22 van deze voorschriften.

5.4 Ontheffing van de bouwregels.

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen conform het bepaalde in artikel 23, lid D van deze voorschriften.

5.5 Specifieke gebruiksregels.
  • a. Specifieke gebruiksregels van de gronden.

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 20, lid A, wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:

  • parkeren;
  • groen en/of tuin;

opslag, in verband met het toegelaten gebruik. Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag in het kader van de BEVI en het vuurwerkbesluit.

  • a. Specifieke gebruiksregels van de opstallen.

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 20, lid B, wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:

  • a. bewoning, indien het een vrijstaande bijgebouw betreft;
  • b. beroeps- bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte voor vuurwerk;
  • c. groothandel;
  • d. verkooppunt voor motorbrandstoffen of andere explosiegevaarlijke stoffen;
  • e. industriële doeleinden;
  • f. aan horeca verwante bedrijvigheid, zoals speelautomatenhal, bingozaal, discotheek of voor winkels ingericht voor tijdelijke verkoop, behoudens ter plaatse van de aanduiding “horeca toegestaan” op de plankaart;
  • g. seksinrichting of escortbedrijf.