direct naar inhoud van Artikel 33 Recreatieve ontsluitingsstructuur.
Plan: Buitengebied Onderbanken
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08810000BPLBUI01000-

Artikel 33 Recreatieve ontsluitingsstructuur.

Lid A. Doel:

het doel van het differentiatievlak “recreatieve ontsluitingsstructuur” is geleiding van het recreatieve ontsluitingsverkeer door middel van het ontwikkelen van recreatietransferpunten met voorzieningen gericht op de geleiding van en de informatievoorziening aan recreanten.

Lid B. Beschrijving in hoofdlijnen:

  • a. ter verwezenlijking van het onder lid A. beschreven doel wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, het volgende beleid gevoerd:
  • 1. gestreefd wordt naar structuur- en kwaliteitsverbetering van de recreatieve functie van het buitengebied. De ontwikkelingsrichting wordt daarbij bepaald door:
  • het voorzien in de vergroting van het extensief recreatief medegebruik ten behoeve van de stedelijke uitloopbehoefte middels een daarop afgestemde inrichting van het buitengebied voor routegebonden activiteiten, zoals wandelen, fietsen en ruitersport, en routeondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatievoorzieningen;
  • het meewerken aan de versterking van de recreatieve functie van het buitengebied;
  • het benutten van de bestaande wegenstructuur voor de geleiding van recreanten naar bestaande recreatiegebieden en startpunten van routegebonden recreatieve activiteiten in de regio.
  • 2. gestreefd wordt naar opvang en geleiding van respectievelijk informatievoorziening aan toeristen en recreanten. Ter plaatse van het differentiatievlak "recreatieve ontsluitingsstructuur" wordt daartoe de mogelijkheid geboden om opvangpunten, picknick-, uitzicht- en rustplaatsen, informatiepunten, bewegwijzering en/of daarmee gelijk te stellen voorzieningen die het recreatief medegebruik ondersteunen aan te leggen en/of in te richten. Voorwaarde daarbij is dat:
  • het agrarisch gebruik van de gronden niet onevenredig wordt geschaad;
  • de belangen van natuur en landschap niet onevenredig worden geschaad;
  • het extensieve karakter van het buitengebied gewaarborgd blijft c.q. de recreatief medegebruik ondersteunende voorzieningen landschappelijk worden ingepast, hetzij door afschermende beplanting, hetzij door clustering aan de randen van de kernen.
  • 3. binnen het differentiatievlak “recreatieve ontsluitingsstructuur” mogen kleinschalige parkeervoorzieningen eerst worden aangelegd en ingericht na het verkrijgen van een aanlegvergunning van Burgemeester en Wethouders. Vergunning wordt alleen verleend indien de parkeervoorziening landschappelijk wordt ingepast, hetzij door afschermende beplanting, hetzij door clustering aan de rand van een kern.

Lid C. Gebruik van de grond voor bebouwing:

op de tot "recreatieve ontsluitingsstructuur" aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, worden gebouwd:

  • gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane doel;
  • andere bouwwerken,

met dien verstande, dat:

  • 1. het oppervlak van gebouwen, geen woning zijnde, ten hoogste 20 m² mag bedragen;
  • 2. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, ten hoogste 3.00 m mag bedragen;
  • 3. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 3.00 m zal bedragen.

Lid D. Erken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist:

het is verboden op of in het differentiatievlak “recreatieve ontsluitingsstructuur” zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van Burgemeester en Wethouders de in artikel 7 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren.