direct naar inhoud van Artikel 15 Groenvoorzieningen: G.
Plan: Bestemmingsplan Vijverhof
Status: geconsolideerde versie
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08650103vgh13envgh46_GC-

Artikel 15 Groenvoorzieningen: G.

afbeelding "i_NL.IMRO.08650103vgh13envgh46_GC-_0009.jpg"

bestemming: groenvoorzieningen

Lid A. Doeleindenomschrijving.

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • groenvoorzieningen, zoals trapvelden, speelplaatsen, plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen;
  • duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratievoorzieningen;
  • voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, waaronder begrepen pompputten;
  • geluidwerende voorzieningen.

Lid B. Gebruik van de grond voor bebouwing.

  • a. Algemeen.

Op de tot “Groenvoorzieningen” aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • gebouwen, ten behoeve van de in lid A genoemde doeleinden;
  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals straatmeubilair, zitbanken, afvalbakken, uitingen van kunst en/of herdenkingen en speelvoorzieningen, ten behoeve van de in lid A genoemde doeleinden.
  • b. Overige bepalingen met betrekking tot bebouwing.
  • 1. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 20 m².
  • 2. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3,50 meter.
  • 3. De hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,50 meter, met uitzondering van geluidwerende voorzieningen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte, welke vereist is op grond van een akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder, tot maximaal 5,50 meter.

Lid C. Gebruik van de grond anders dan voor bebouwing.

Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 5, lid 1, wordt niet verstaan het gebruik van de grond voor:

  • a. standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, mits:
  • 1. het geen belemmering voor de verkeersafwikkeling vormt;
  • 2. het geen onomkeerbare verandering van de in lid A genoemde doeleinden tot gevolg heeft.

Lid D. Vrijstellingsbevoegdheid.

  • 1. Vrijstelling voor jeugd ontmoetingsplekken (JOP's).

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen in lid A voor het oprichten van JOP's, onder de voorwaarden dat:

  • a. de afstand tot woningen minimaal 25,00 meter dient te bedragen;
  • b. het oppervlak van het te plaatsen onderkomen maximaal 25 m² mag bedragen;
  • c. de hoogte van het te plaatsen onderkomen maximaal 3,00 meter mag bedragen.

Lid E. Wijzigingsbevoegdheid.

  • 1. Wijziging voor het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering.

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming “Groenvoorzieningen” wijzigen in de bestemming “Nutsvoorzieningen” voor het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, mits:

  • a. voldaan wordt aan de voorwaarde dat de hoogte van een mast niet meer bedraagt dan 40,00 m en overigens voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de notitie “Aangepaste beleidsuitgangspunten met betrekking tot het plaatsen van masten ten behoeve van GSM/DCS netwerken” van de gemeente Vught (vastgesteld d.d. 19 december 2002);
  • b. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • c. andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
  • d. zoveel als mogelijk aangesloten wordt bij het bepaalde in artikel 16 van deze voorschriften;
  • e. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) wordt gevolgd.