direct naar inhoud van Artikel 9 Verkeersdoeleinden
Plan: Bestemmingsplan Kleine Zeeheldenbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08650101vgh39-

Artikel 9 Verkeersdoeleinden

afbeelding "i_NL.IMRO.08650101vgh39-_0003.jpg"

bestemming: verkeersdoeleinden

Lid A. Doeleindenomschrijving.

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • bewegend en stilstaand verkeer en de daarbij behorende voorzieningen;
  • (ondergrondse) parkeervoorzieningen, waaronder begrepen parkeervoorzieningen onder een (houten) dek ter plaatse van de aanduiding “parkeren” op de plankaart en op een wijze als verbeeld in de dwarsprofielen, zoals opgenomen als bijlage 1 van deze voorschriften;
  • duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratie-voorzieningen;
  • voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, waaronder begrepen pompputten;
  • groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor bewegend en stilstaand verkeer noodzakelijke gronden, zoals bermen en/of middenbermen;
  • geluidwerende voorzieningen;
  • bruggen en duikers.

Lid B. Gebruik van de grond voor bebouwing.

  • a. Algemeen.

Op de tot “Verkeersdoeleinden” bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in lid A genoemde doeleinden, en (ondergrondse) voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en afvalverwijdering, met inbegrip van ondergrondse bouwwerken ten behoeve van het overdekt parkeren van motorvoertuigen onder een (houten) dek en het realiseren van (speel)voorzieningen op dit bouwwerk c.q. (houten) dek ten behoeve van de inrichting van de openbare ruimte.

  • b. Overige bepalingen met betrekking tot bebouwing.
  • 1. Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3,50 meter bedragen, met uitzondering van:
  • a. geluidwerende voorzieningen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte, welke vereist is op grond van een akoestiek onderzoek op basis van de Wet geluidhinder, tot maximaal 5,50 meter;
  • b. masten ten behoeve van telecommunicatie anders dan ten behoeve van het C-2000 netwerk, waarvan de hoogte niet meer dan 20,00 meter mag bedragen;
  • c. voorzieningen voor verlichting, waarvan de hoogte niet meer dan 8 meter mag bedragen.
  • 2. Ondergronds bouwen, inclusief noodzakelijke hellingbanen ten behoeve van ondergronds parkeren, is toegestaan tot een maximale diepte van 3,00 meter,

Lid C. Gebruik van de grond anders dan voor bebouwing.

Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 5, lid 1, wordt niet verstaan het gebruik van de grond voor:

  • a. standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, mits:
  • 1. het geen belemmering voor de verkeersafwikkeling vormt;
  • 2. het geen onomkeerbare verandering van de in lid A genoemde doeleinden tot gevolg heeft.

Lid D. Vrijstellingsbevoegdheid.

  • 1. Vrijstelling voor jeugd ontmoetingsplekken (JOP's).

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid A. voor het oprichten van JOP's, onder de voorwaarden dat:

  • a. de afstand tot de woningen minimaal 25,00 meter dient te bedragen;
  • b. het oppervlak van het te plaatsen onderkomen maximaal 25 m2 mag bedragen;
  • c. de hoogte van het te plaatsen onderkomen maximaal 3,00 meter mag bedragen.

Lid E. Nadere eisen ter verbetering.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundig beeld.

Lid F. Wijzigingsbevoegdheid.

  • 1. Wijziging voor het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering.

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming “Verkeersdoeleinden” wijzigen in de bestemming “Nutsvoorzieningen” voor het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, mits:

  • a. voldaan wordt aan de voorwaarde dat de hoogte van een mast niet meer bedraagt dan 40,00 m en overigens voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de notitie “Aangepaste beleidsuitgangspunten met betrekking tot het plaatsen van masten ten behoeve van GSM/DCS netwerken” van de gemeente Vught (vastgesteld d.d. 19 december 2002);
  • b. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • c. andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • d. zoveel als mogelijk aangesloten wordt bij het bepaalde in artikel 11 (bestemming nutsvoorzieningen) van deze voorschriften;
  • f. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) wordt gevolgd.