Bestemmingsplan Molenstraat e.o.

Artikel 4 Algemene voorschriften omtrent bebouwing

Lid 1. Het is verboden op de in het plan begrepen gronden, welke eenmaal in aanmerking zijn genomen bij het toestaan van een bouwplan, een bouwwerk of een complex van bouwwerken te bouwen, indien daardoor een ander bouwwerk of een complex van bouwwerken, hetzij niet langer zal blijven voldoen aan, hetzij in een grotere mate zal gaan afwijken van het plan (antidubbeltelbepaling).

Lid 2. Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de op de plankaart aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze voorschriften zijn toegestaan.

Lid 3. Het is verboden op de in het plan begrepen gronden te bouwen ter plaatse van:

binnen hindercirkel LPG.

Daar waar op de plankaart een hindercirkel LPG is aangegeven, is op de gronden gelegen binnen deze cirkel geen woningbouw, inclusief bedrijfswoningen, mogelijk indien en voor zover deze hinder niet is opgeheven.

binnen bouwgrens spoorwegdoeleinden.

Op basis van de Spoorwegenwet mag, conform het bepaalde in de artikelen 19 tot en met 23, niet worden gebouwd in een zone langs het spoor en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Verkeer en Waterstaat.

binnen zone externe veiligheid spoorwegdoeleinden.

De aanwezigheid van het spoor leidt tot inachtname van een onderzoekszone van 0-50 m voor individueel risico, waarbinnen alleen gebouwd mag worden conform de nota “risico-normering vervoer gevaarlijke stoffen” van het ministerie van VROM en een aandachtsgebied van 0-200 m voor groepsrisico, uit de as van het dichtst bijzijnde spoor. Dit ten behoeve van de externe veiligheid van de spoorwegdoeleinden.