Artikel 20 Algemene bevoegdheid tot vrijstelling
Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen van het plan ten aanzien van:
-
a. de bebouwing van niet voor "woondoeleinden" bestemde gronden met gebouwen en andere bouwwerken, ten dienste van het openbare nut met een hoogte van niet meer dan 3.50 m en een inhoud van niet meer dan 50 m3.
-
b. het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten, voorzover daarvoor geen bijzondere vrijstellingsbevoegdheid in deze voorschriften is opgenomen en mits deze niet meer dan 10% veranderen.