direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen-2 (W-2)
Plan: Stadhouderspark Vught
Status: geconsolideerde versie
Plantype: ex art. 10 WRO uitwerking
IMRO-idn: NL.IMRO.08650000vghBPshpVG01-

Artikel 17 Wonen-2 (W-2)

17.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor ‘Wonen-2’ (W-2) aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
  • h. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • i. (gebouwde) toeritten ten behoeve van (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • j. (ondergrondse) afvalcontainers;
  • k. uitsluitend langzaamverkeer ter plaatse van de aanduiding ‘langzaam verkeersverbinding’ op de plankaart;
  • l. een onderdoorgang voor verkeer ter plaatse van de aanduiding ‘onderdoorgang’ op de plankaart.
17.2 Bouwvoorschriften
17.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De op de plankaart aangegeven bebouwingstypologie dient te worden aangehouden.
  • b. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd. De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of overkapping, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. De overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
    • 2. De afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 m.
    • 3. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
    • 4. De breedte mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.
  • c. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 5 m daarachter.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding ‘dove gevel’ op de plankaart dienen de gevels boven de 6 m hoog aaneengesloten te worden gebouwd en als dove gevel te worden uitgevoerd.
  • e. De diepte van een woning mag voor:
    • 1. vrijstaande, halfvrijstaande en geschakelde woningen niet meer bedragen dan 12 m;
    • 2. aaneengebouwde woningen niet meer bedragen dan 10 m.
  • f. De goothoogte mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven.
  • g. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven.
  • h. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen voor:
    • 1. vrijstaande woningen mag aan beide zijden niet minder bedragen dan 3 m;
    • 2. halfvrijstaande en geschakelde hoekwoningen aan één zijde mag niet minder bedragen dan 3 m.
17.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 30 m².
  • d. De gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd.
  • e. Bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn.
  • f. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,25 m.
  • g. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak, met dien verstande dat overkappingen uitsluitend achter de voorgevellijn mogen worden gebouwd. Met betrekking tot overkappingen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. De bebouwde oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 20 m².
    • 2. De bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
17.2.4 Ondergronds bouwen
  • a. Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. Er mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van het op de plankaart aangegeven bouwvlak.
    • 2. De verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • b. Voor het ondergronds bouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. Er mag uitsluitend onder de bebouwing dan wel maximaal 5 m gemeten vanuit de bebouwing worden gebouwd, mits binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak.
    • 2. De verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • c. Voor het bouwen van ondergrondse afvalcontainers gelden de volgende bepalingen:
    • 1. De verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3 m.
    • 2. De inhoud mag niet meer bedragen dan 12 m3.
17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken buiten het bouwvlak, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid, gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.

17.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen:

  • a. van het bepaalde in 17.2.1 onder b, ten behoeve van het oprichten van een overkapping voor de voorgevellijn, met dien verstande, dat:
    • 1. de overschrijding van de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1,5 m, met dien verstande, dat bij rijenwoningen een overkapping uitsluitend ingeval van een eindwoning vóór de voorgevellijn mag worden gebouwd.
    • 2. de afstand tot de bestemmingsgrens niet minder mag bedragen dan 1 m.
17.5 Gebruiksvoorschriften

Binnen de bestemming ‘Wonen-2’ is de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen toegestaan als ondergeschikte functie bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m².
  • b. Het gebruik mag geen ernstige of onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving.
  • c. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  • d. Detailhandel is niet toegestaan.
  • e. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
17.6 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 25 lid 25.1 juncto lid 17.1 van dit artikel voor het uitoefenen van een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf, mits:

  • a. de omvang van de activiteit niet meer bedraagt dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;
  • b. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling passen in een woonomgeving;
  • c. de activiteiten niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. er geen detailhandel plaats vindt, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte functie en in verband met de activiteit;
  • f. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning.