direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch-Landschappelijke Waarden (A-LW)
Plan: 2 percelen oostzijde Kruishoeveweg, Vught
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO uitwerking
IMRO-idn: NL.IMRO.08650000vghBPkruishoeve-

Artikel 3 Agrarisch-Landschappelijke Waarden (A-LW)

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor ‘Agrarisch-Landschappelijke waarden (A-LW)’ aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden:

  • a. een duurzame agrarische bedrijfsvoering;
  • b. instandhouding van de cultuurhistorische, landschappelijke en/of abiotische waarden, in combinatie met agrarische bedrijfsvoering;
  • c. behoud en herstel van de aanwezige hydrologische waarde van de ‘natte natuurparel’.
  • d. extensief recreatief medegebruik.
3.2 Bouwvoorschriften

Op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ter plaatse noodzakelijk zijn uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering dan wel uit een oogpunt van beheer en onderhoud overeenkomstig de doeleinden, waaronder begrepen beperkte voorzieningen ten behoeve van extensieve recreatie.

Een uitzondering geldt tevens voor de bouw van tijdelijke hoge tunnels. Door de bouw c.q. aanwezigheid van bedoelde bouwwerken dan wel als gevolg van het te verwachten gebruik mogen de landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden geschaad.

De hoogte van de bouwwerken mag maximaal 2,50 m bedragen.

3.3 Aanlegvoorschriften
3.3.1 Verbodsbepaling

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

in het algemeen:

  • a. het verzetten van grond van meer dan 100 m³ of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld een en ander voorzover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingswet;
  • b. de aanleg van drainage ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
  • c. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  • d. het vellen en aanbrengen van bos en houtgewas;
  • e. het verwijderen van landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
  • f. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m² anders dan een bouwwerk;
  • g. het aanleggen en/of verharden van wegen, fiets-, wandel- en ruiterpaden.

3.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
3.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 3.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden en de hydrologische waarden van de gronden. Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een aanlegvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 onder a, b, c en f horen burgemeester en wethouders het ter plaatse bevoegde waterstaatsgezag.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bos (BO)’ ten behoeve van de ontwikkeling van bos (goedkeuring onthouden door G.S. d.d. 28 mei 2011) in het kader van natuurcompensatie.