direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijke doeleinden: M
Plan: Bestemmingsplan Vught Centrum deelplan West
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.08650000vgh00w-

Artikel 9 Maatschappelijke doeleinden: M

afbeelding "i_NL.IMRO.08650000vgh00w-_0008.jpg"

bestemming: maatschappelijke doeleinden

Lid A. Doeleindenomschrijving.

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

religieuze, onderwijskundige, sociaal-culturele- en overheidsdoeleinden en de daarbij behorende voorzieningen, alsmede masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering.

Lid B. Gebruik van de grond voor bebouwing.

  • a. Algemeen.

Op de tot “Maatschappelijke doeleinden” bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • gebouwen ten behoeve van de in lid A genoemde doeleinden,

en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

  • b. Bepalingen met betrekking tot het bouwvlak.
  • 1. Gebouwen dienen in het bouwvlak te worden opgericht.
  • 2. Het bouwvlak mag tot ten hoogste 80% worden bebouwd.
  • 3. De bouwhoogte van de gebouwen mag maximaal 30,00 meter bedragen.
  • a. Overige bepalingen met betrekking tot bebouwing.

Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,00 meter bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen waarvan de hoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer dan 2,00 meter mag bedragen;
  • b. masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering waarvan de hoogte niet meer dan 40.00m mag bedragen.

Lid C. Gebruik van de grond anders dan voor bebouwing.

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 5, lid 1, wordt verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. tuin- en/of groenvoorzieningen;
  • b. vijverpartijen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. opslagvoorzieningen, overeenkomstig het normale gebruik bij de bestemming Maatschappelijke doeleinden.

Lid D. Gebruik van opstallen.

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 6, lid 1, wordt ten minste verstaan het gebruik

van opstallen voor:

  • a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • b. detailhandel, anders dan als ondergeschikte activiteit, zowel naar aard als naar afmetingen, bij ter plaatse gevestigde maatschappelijke doeleinden;
  • c. horeca, anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik;
  • d. woondoeleinden;
  • e. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk, anders dan beschreven in het Vuurwerkbesluit 2002, zoals vastgesteld d.d. 22 januari 2002.

Lid E. Vrijstellingsbevoegdheid.

Vrijstelling voor kunstwerken, kunstobjecten speelvoorzieningen en dergelijke

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen met betrekking tot de bebouwing ten behoeve van de oprichting van kunstwerken, kunstobjecten, speelvoorzieningen, mits:

  • a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen, met een maximum oppervlak van 10 m² per object;
  • b. in het geval van speelvoorzieningen: de bodem blijkens een vooraf ingesteld bodemonderzoek niet zodanig is verontreinigd dat wettelijke bezwaren bestaan tegen oprichting;
  • c. de hoogte van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 5,00 meter.

Lid F. Nadere eisen ter verbetering.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundig beeld.